Ziekenhuisartsen zijn bijna allen bereid om de financiële gevolgen te dragen bij negatief investeringsresultaat. De arts mag wel incentives krijgen voor zijn ondernemerschap, blijkt uit een enquête bij twee AZ's en twee UZ's. Dat leidt tot een betere geneeskunde. Het medisch-wetenschappelijke blijft sowieso een belangrijke bonus.
Dat zei dr. Ronny Goethals op het symposium 'arts en ondernemer' van De Specialist. Dokter Goethals (medisch directeur AZ Maria Middelares) presenteerde de resultaten van een enquête over de ondernemingszin bij artsen (1).
Er blijkt iets minder ondernemerschap te leven bij beginnende artsen dan bij 60-plussers, mannen zijn iets – maar niet veel – ondernemender dan vrouwen. Tussen AZ’s en UZ’s bestaat een licht verschil qua ondernemerschap. Dokter Goethals overliep ook de top vijf van de hoogste (zie overzicht) en laagste scores van wat ondernemende artsen willen.
Top-vijf hoogste scores
- Betrokken worden bij de selectie en inhoudelijke aansturing van het personeel van uw dienst. (60,6%)
- De mechanismen kennen van inkomsten en kostenstructuur van uw dienst. (59,6%)
- De mechanismen kennen van inkomsten en kostenstructuur van uw ziekenhuis. (47,5%)
- Zeggenschap in de organisatie van uw dienst om de rendabiliteit te verhogen en zo uw inkomen te verzekeren of te verbeteren. (44,1%)
- Voor de economische rendabiliteit van uw dienst is bijscholing nuttig op medisch-wetenschappelijk vlak. (40,7%)
“Geruststellend is dat het medisch-wetenschappelijke voor artsen een belangrijke bonus blijft”, aldus de medisch directeur van AZMM. “Opmerkelijk ook: slechts 13% van de bevraagden gaat niet akkoord om bij negatief resultaat van investering de financiële gevolgen te dragen.”
(1) De enquête liep in twee AZ’s (AZMM Gent en AZ Groeninge Kortrijk) en twee UZ’s (UZ Brussel en UZ Leuven). De 22 vragen werden beantwoord door 244 respondenten, het staal was evenwichtig samengesteld wat het aandeel AZ’s en UZ’s betreft en qua leeftijdsverdeling. Vrouwen participeerden voor een derde.