Sinds begin dit jaar stuurt het Centrum voor Kankeropsporing het resultaat van het uitstrijkje gestructureerd door naar het EMD van de huisarts. Er wordt ook contact opgenomen met huisartsen om na te gaan wie er niet intekent op een opvolgonderzoek. Dat antwoordde Vlaams welzijnsminister Caroline Gennez in het Vlaams parlement. De minister maakte wel een uitschuiver toen ze het had over de doelstelling van borstkankerscreening.

Op die uitschuiver wees Freija Van den Driessche (Vlaams Belang). Minister Gennez maakte gewag van een gehaalde doelstelling van die borstkankerscreening omdat volgens haar meer dan 65% gehaald werd in 2023. In werkelijkheid ligt die doelstelling evenwel op 75% en Gennez moest haar fout achteraf dan ook toegeven.

Faalveiligheidssysteem

Caroline Gennez gaf verder onder meer uitleg over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker waarvoor een faalveiligheidssysteem werd opgezet. “Het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO) communiceert naar de arts met het globaal medisch dossier (gmd) en de afnemer van het staal over de ontbrekende opvolging na afwijkende screening.” Sinds begin dit jaar stuurt het Centrum voor Kankeropsporing het resultaat van het uitstrijkje gestructureerd door naar het elektronisch medisch dossier (EMD) van de huisarts. Het lab  stuurt dan uiteraard het resultaat door naar de afnemer van het uitstrijkje. Zo kunnen de gmd-houdende arts en de arts die het staal afneemt, deze resultaten mee opvolgen en instaan voor kwaliteitsvolle follow-up.

De vrouw in kwestie zal ook haar resultaat zelf kunnen opvolgen in mijngezondheid.be.

In de toekomst zal men dit proces verder vereenvoudigen, maar eerst worden door de omschakeling naar het humaan papillomavirus (HPV) als primaire screeningstest vele nieuwe datastromen opgezet, luidt het. Finaal moet het CvKO de resultaatsbrief later rechtstreeks versturen naar de vrouw zelf.

De invoering van de primaire HPV-screening in 2025 voor vrouwen van 30 tot en met 64 jaar, eerder bekendgemaakt door minister Vandenbroucke, noemde Gennez een belangrijke stap vooruit in de preventie van baarmoederhalskanker. “Door te testen op het HPV-virus zelf, kunnen meer voorstadia van kanker vroegtijdig worden opgespoord.”

Hoewel de resultaten bemoedigend zijn, wees Gennez er nog op dat jongere leeftijdsgroepen (en bij het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker in het bijzonder de jongere mannen) ondervertegenwoordigd in de deelname aan de bevolkingsonderzoeken. Daarom wil ze  gerichte campagnes opzetten en streven naar meer bewustwording inzake het belang van screening.

Vrijblijvend contact?

Minister Gennez verklaarde dat er dus contact zal worden opgenomen met huisartsen om na te gaan wie er niet intekent op een opvolgonderzoek. Daarop pikte Freya Perdaens (N-VA) in. Ze wou weten in welke mate dat contact met de huisartsen vrijblijvend is. "'We bezorgen deze informatie aan huisartsen en zij die er iets mee doen, doen er iets mee, maar voor de rest zien we wel wat het oplevert’: hoe moet ik me dat juist voorstellen?”, vroeg ze zich af.

Minister Gennez gaat ervan uit dat alleen al het bezorgen van de informatie een responsabiliserend effect zou moeten hebben op de huisarts. “ik denk dat we zo volledig mogelijk moeten zijn en iedereen moeten responsabiliseren en vanuit zijn handelingspraktijk uiteraard op de verantwoordelijkheid moeten wijzen.”

> Solidaris roept vrouwen op om extra test op baarmoederhalskanker niet te betalen

> Effectievere screening baarmoederhalskanker via hpv-test start op 1 januari