Volgens de laatste Riziv-telling, uitgevoerd op 31 december 2023, mogen 54.574 artsen hun beroep uitoefenen in ons land. 26% van hen is minstens 65 jaar oud. 84% is jonger. 18.518 zijn huisartsen en 36.056 zijn specialisten.

Eind 2023 telde België dus 54.574 artsen, 18.781 apothekers, 11.196 tandartsen, 118.408 verpleegkundigen en vroedvrouwen, 44.641 kinesitherapeuten en 27.867 paramedische beroepen (logopedisten, opticiens, enz.).

De telling uitgevoerd door het Riziv onthult ook de dichtheid (per 10.000 inwoners) van de verschillende specialiteiten. Het is 33,8 voor huisartsen, 0,1 voor kinderneurologen, 2 voor anesthesisten, 1,4 voor gynaecologen, enz.

Deze tabellen geven ook een idee van de medische arbeidskrachten. Er moet worden opgemerkt dat het feit dat deze zorgverleners “het recht hebben om te praktiseren” niet betekent dat ze ook daadwerkelijk geneeskunde praktiseren. Van de 18.518 huisartsen die “gerechtigd zijn om te praktiseren”, waren er bijvoorbeeld slechts 14.555 aan het werk en 2.211 in opleiding (15%).

Deze statistieken tonen ook de verdeling tussen 65-plussers en jongere artsen. In de algemene interne geneeskunde bijvoorbeeld, is 35% van de zorgverleners 65 jaar of ouder. Deze cijfers variëren naargelang het specialisme: in de geriatrie is 15% van de zorgverleners 65 jaar of ouder, in de cardiologie 23%, in de radiologie 25%, in de anesthesiologie 17%, in de longziekten 19%, enz.

Het is zeker nuttig om deze cijfers te kennen en te onthouden om het debat over medische demografie objectiever te maken.