De huidige Bvas-voorzitter, Dr. Philippe Devos (46) viert zijn tweede jaar aan het hoofd van het grootste artsensyndicaat. Hij gaat zijn laatste jaar in van een presidentschap dat in het teken stond van de pandemie. "Deze twee jaar zijn voorbijgevlogen."
In een exclusief interview met ons Franstalig zusterblad Le Spécialiste maakt hij een eerste balans op.

Hij hield enkele weken geleden zijn laatste toespraak als voorzitter tijdens de algemene vergadering van Bvas. Volgens een beurtrol zal de toekomstige president Nederlandstalig zijn:  "Een huisarts zou een goede zaak zijn omdat die dan een specialist zou aflossen."

Wat is voor u de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen twee jaar?

"De strijd tegen de pandemie uiteraard. We vochten voor de dokters. Op persoonlijk vlak is dit de eerste keer in mijn leven dat ik langer dan drie dagen ziek was (25 dagen)" (nvdr: Dr. Devos was een van de covid-slachtoffers toen hij in 2019 terugkeerde van een paasvakantie in Italië).

U wilde meer ruimte geven aan vrouwen? Waar zijn ze?

"Ik wanhoop. Alle vrouwen die zich kandidaat stelden, zijn gekozen. Ik ben er voorstander van dat een vrouwelijke kandidaat mij opvolgt, maar voor zover ik weet, zijn er geen. Er zijn culturele en sociologische verschillen die dit onderscheid in belangstelling gedeeltelijk verklaren."

U wilde ook meer experts?

"We hebben niet de middelen om ze in te huren. We hebben ook een gezondheidseconoom nodig die ons kan helpen met constructieve voorstellen voor de hervorming van de artsenfinanciering..."

Hoe liep het contact met Frank Vandenbroucke?

"Hij luistert naar alle meningen, maar je hebt solide wetenschappelijke argumenten nodig om verder te komen. Als hij overtuigd is, gaat hij ervoor. Hij gaat uit van zijn keuzes en verstopt zich niet zoals mevrouw De Block. Ik ben een directe persoon en ik heb liever iemand zoals hij."

Sciensano registreert nog steeds niet de dokters die overleden aan Covid. Niemand heeft het over een herdenkingsmoment, is dat normaal?

"Voor de herdenking zal er iets moeten gebeuren als deze crisis voorbij is. De twee problemen zijn met elkaar verbonden: we hebben het gevoel dat verpleegkundigen en artsen niet worden erkend. We moeten assertiever zijn en ik probeer de lijnen te verleggen."

Is er vooruitgang geboekt in de kwestie van geweld tegen artsen?

"Minister Vandenbroucke heeft budgetten vrijgemaakt voor Arts in Nood. Preventie blijft echter het stiefkindje. Wij hebben middelen nodig voor een betere opleiding in de omgang met geweld in onze sector. Ik heb dit soort opleidingen gevolgd en dat is heel nuttig voor mij geweest."

Hoe beoordeelt u het medicomut-akkoord?

"Niet alles is perfect. Maar de driejarenbegroting is een stap in de goede richting. Als we driejaarlijkse medicomut-overeenkomsten kunnen sluiten, zou dat prachtig zijn. Dat stelt ons in staat om een gedurfder gezondheidsbeleid te ontwikkelen. We evolueren naar management op basis van gezondheidsdoelstellingen. Dat is goed voor iedereen. Ik droom van een gezondheidsproject dat verder gaat dan de ambtstermijn van één minister... want dan denken we echt na over de zorgkwaliteit op lange termijn."

> Lees ook: Ik wil artsen overtuigen om te stemmen