In het systeem van de laagvariabele zorg waarvoor een wetsontwerp werd voorgelegd op het Verzekeringscomité afgelopen maandag, verliezen de anesthesisten hun zuiver honorarium. Nochtans zijn zij de enigen waarvoor dat is gebetonneerd in de nomenclatuur (art. 9), analyseert Bvas-voorzitter Marc Moens.
Dirk Ramaekers (die ook deel uitmaakt van de ad hoc werkgroep ziekenhuisfinanciering) ziet op zich geen probleem met de algemene principes van de laagvariabele zorg zoals Maggie De Block die wil invoeren. Wel integendeel: het zou overconsumptie kunnen tegengaan en ziekenhuizen die de mediaan volgen of er net onder liggen, voelen geen nadeel of zelfs een licht voordeel. Marc Moens kan zich daar nog bij aansluiten, maar wijst toch op enkele addertjes onder het gras.
"Ok, bij een appendicitis kan ik me moeilijk voorstellen dat je er de appendix op drie verschillende manieren uithaalt. Daarvoor kun je een standaard vaststellen. Treden er complicaties op, dan moeten die wel buiten de scope van laagvariabele zorg gehouden worden. De problemen beginnen pas als men het zuiver honorarium van de anesthesisten loslaat, honorarium dat nochtans vastgelegd is in artikel 9 van de nomenclatuur."
"De anesthesisten zullen dat nu, binnen het forfait, moeten delen met patholoog anatomen, klinisch biologen, radiologen, cardiologen, pneumologen… iedereen die bij die geopereerde patiënt betrokken wordt. Dat is voor hen relatief onbespreekbaar. Er is maar één nomenclatuur waar expliciet in staat dat het honorarium zuiver is: dat van de anesthesisten", licht de syndicale voorman toe.
"Het systeem is geïnspireerd op dat van de referentiebedragen die retroactief werkten. Nu wil men prospectief forfaits toekennen. Met dit grote verschil: bij de referentiebedragen was de hoofdact niet inbegrepen. Men kon er 'epifenomenen' mee corrigeren. Nu zitten die hoofdacten er wél in."
Met 'voorspelbare spanningen' tot gevolg blijkbaar.
Reacties? Op onze twitterpagina @specialistkrant of naar p.selleslagh@despecialist.eu