Amonis: alleen een goednieuwsshow?

“50 jaar Amonis: we zijn een stabiele factor als pensioenfonds en de sceptici die al jaren voorspelden dat we failliet zouden gaan, komen bedrogen uit. Integendeel: we doen het beter dan ooit tevoren.” Klein minpunt is nog steeds het uitblijven van een fiscale regeling sociaal statuut voor gepensioneerden.

Aan het woord voor de jubilerende instelling zijn dr. Herwig Van Dijck, voorzitter, en Tom Mergaerts, CEO van Amonis. Het merendeel van de leden zijn nog steeds artsen (67%), gevolgd door kinesitherapeuten (17%) en tandartsen (11%). Vorig jaar telde Amonis 1.283 nieuwe zielen (van wie een flink deel jongeren, 452 promovendi), maar er vloeiden er ongeveer evenveel weg door de invloed van de vastgelegde pensioengrens van 67 jaar (zie verder).

Met een netto financieel rendement vorig jaar van 3,64% en een gemiddeld jaarlijks rendement sinds 1995 van 7%, ogen de statistieken rooskleurig. Het netto globaal rendement toegekend aan de leden bedroeg vorig jaar 3,25% voor het sociaal vrij aanvullend pensioen – mooi in verhouding tot de markt - en 3,20% voor het gewoon vrij aanvullend pensioen.

Amonis worstelt wel met het principe van de verplichte pensioenopnames, dat in contrast staat met het principe van flexibiliteit vanaf 60 jaar. Daarvoor zoekt het pensioenfonds naar aangepaste oplossingen, net zoals de GDPR wat kopbrekens opleverde inzake bescherming van persoonlijke gegevens.

Het pensioenfonds zit niet stil: een nieuw product, de individuele verzekering (POZ of pensioenovereenkomst voor zelfstandigen) als natuurlijk persoon) zag het licht.

Dokter Van Dijck: “De POZ is het paradepaardje van minister Bacquelaine. Nu kan elke zelfstandige zich verzekeren met een fiscaal aftrekbare premie tot 80% van zijn laatste gekend inkomen. Vroeger kon dat alleen in een vennootschapsstructuur.”

“Voor de artsen is dit wellicht een stuk minder interessant omdat die al voordeel halen uit hun sociaal statuut door het VAPZ – wat hen dicht tegen de 80% brengt. Diegenen die via een vennootschap gaan, zullen die marge niet meer bij krijgen. Iedereen moet goed bekijken of dat voor hem of haar interessant is.”

Vijf vragen aan de voorzitter en de CEO

1 - Hoe staat het intussen met de regeling sociaal statuut voor de gepensioneerden? Wat met de fiscale aftrekbaarheid? (1)

Herwig Van Dijck: “Die regeling is nog steeds niet in orde. In principe bestond er een akkoord in de medicomut om dat te regelen (2), maar technisch blijkt dat heel moeilijk. Er is geen onwil mee gemoeid – het gaat om een relatief klein bedrag – maar dat in een wetgeving gieten die toelaat dat er een onderscheid is met de andere zelfstandigen is niet evident. Het knelpunt blijft de fiscaliteit errond. Hoe ga je dit inschrijven dat het op een andere manier belast wordt zonder daar binnen de kortste keren een of andere rechtbank of de Raad van State voor op je nek te krijgen? Het doet denken aan de ARCO-problematiek. We hebben ons daar al suf over gepiekerd.”

“Wat het sociaal statuut betreft: de verpleegkundigen en de logopedisten hebben nu een sociaal statuut, wat voor ons, Amonis, telkens een hefboom is.”

2 - Heel wat jongeren sloten zich recent aan bij Amonis? Hoe komt dat?

Herwig Van Dijck: “Omdat de instelling bij hen speciale acties organiseert, maar ook omdat jongeren gevoeliger geworden zijn voor de pensioenproblematiek. Dat is wel anders dan de generatie van ’68. Jongeren gaan actief op zoek naar iets degelijks.“

3 - De pensioenleeftijd die naar 67 verschoof had een invloed op jullie ledenaantal?

Herwig Van Dijck: “Ja, we kregen ineens met een eenmalige uitstroom te maken: 1.200 gepensioneerden die ons verplicht verlieten. Plus: in ons model waarbij we alles beleggen de laatste tien jaar van de artsenloopbaan met vaste rendementen, heeft dat geen belang. Alleen had ik aan onze algemene vergadering graag een balans voorgesteld van twee miljard, maar omdat die er plots met veel geld uit trokken – zowat 100 miljoen - haalden we dat cijfer net niet.”

4 - Waarom geld steken in een pensioenfonds als je kunt beleggen in het populaire vastgoed?

Herwig Van Dijck: “Vaak krijg ik de vraag of artsen de portefeuille van Amonis niet op een of andere manier kunnen kopiëren om hetzelfde rendement te halen. Maar dat gaat niet omdat we op een heel andere schaal werken en met een heel ander doel. Als je vastgoed koopt als pensioenbelegging is dat een slecht idee omdat gebieden in 30 tot 40 jaar enorm veranderen. Je kunt een goed lotje trekken als je buurt in de loop der tijd opgewaardeerd wordt en je je vastgoed met een stevige meerwaarde kunt verkopen, maar ook een slecht lotje als je buurt verloedert. Dan is het beter om vastgoedcertificaten te kopen of iets dergelijks en dat als een stukje in je portefeuille te steken. Vervolgens kun je dat verhandelen, kopen, verkopen. Ook wij hebben een manager die gespecialiseerd is in vastgoed, maar niet in gebouwen, wel in certificaten. Diversifiëren is de kunst.”

5 – Hoe ethisch belegt Amonis?

Tom Mergaerts: “We werken volgens de ESG-principes (Environmental, Social & Governance). Die worden opgelegd door de Europese Commissie, maar Amonis kent al lang deze traditie. Zo sluiten we onder meer beleggingen uit in tabak, (nucleaire) wapens, productieprocessen die het milieu schaden, dierproeven voor cosmetica. We beleggen ook alleen maar in energieproducten met een percentage fossiele brandstoffen dat lager ligt dan 30%. En we houden ook rekening met mensenrechtenschendingen, coruptie, fundamentele ethische normen. Dat zijn enkele belangrijke standaarden. We hopen in 2018 zo een dekking van 85% van onze portefeuille te bereiken. Niet altijd is het plaatje zwart-wit en daarom besteden we dit uit aan experts, het gaat als het ware om speciale knowhow om dit uit te vlooien. Kinderarbeid kan in beperkte mate bijvoorbeeld toegelaten zijn bij de vervaardiging van een product in zoverre de gezondheid van het kind daarmee niet geschaad wordt. We mogen deze principes ook niet te eng cultureel vanuit het Westen benaderen.”

 

(1 ) Dit gaat terug op de wet van 18 december 2015. Daarin staat dat een zelfstandige vanaf het ogenblik van zijn pensioen geen VAPZ (vrij aanvullend pensioen zelfstandigen) meer kan opbouwen. De vraag rijst daarom of een arts die na zijn pensioen blijft werken tegen conventietarieven, het bedrag van het sociaal statuut alsnog kan ontvangen om een VAPZ op te bouwen.

Zie hiervoor ook sociaal statuut en pensioen: het is chaos. 

(2) Afgelopen maandagavond op de medicomut kregen de artsenvertegenwoordigers geen positief signaal over de belastingvermindering waarop ze hoopten. De bal bevindt zich niet langer alleen in het kamp van het Riziv, maar ook bij de FOD Financiën. Bovendien behelst dit zowel de ministers van Volksgezondheid, Pensioenen als  Financiën, wat de kans op een oplossing aanzienlijk verkleint.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Noel-Jan DEPAMELAERE

    21 juni 2018

    Als generatie '68-vertegenwoordiger, vind ik de uitspraak van Herwig Van Dijck dat onze generatie niet wakker zou liggen van ons pensioen zeer misplaatst.

    Google gerust eens: 'Betaalbare benzine als turbo tegen een onbetaalbare gezondheidszorg.' en lees de passage onder de titel 'Ondermaats' erop na. Hier wordt het probleem van de onbetaalbaarheid van onze vergrijzing aangehaald en het totaal uitblijven van een ernstig pensioenbeleid.

    Samen met velen, leeft bij mij de vrees dat de IPT-spaarpotjes van vele collega's ooit zullen worden aangeslagen, waarbij niet het kapitaal maar slechts een maandelijks bedrag vanaf leeftijd 67 jaar zal kunnen opgenomen worden. Wij sneller sterft is er bijgevolg aan voor de moeite van de jaarlijks opzij gezette som. Wij kunnen enkel hopen dat het respect voor diegenen die hebben gespaard & de spaarpotten zelf overeind blijven.

    Dr.Christophe Depamelaere, Wingene

  • Marc MOENS

    15 juni 2018

    Tijdens de vergadering van de Nationale commissie artsen–ziekenfondsen (NCAZ) van maandag 11 juni hebben we het voorstel herhaald dat de BVAS al schriftelijk aan voorzitter Jo De Cock bezorgde op 24 maart jl. inzake een alternatief, fiscaal gunstig voorstel voor het “sociaal statuut” voor artsen die blijven verder werken na hun pensioen.
    We stelden nogmaals als alternatief voor om dit bedrag te belasten aan hetzelfde tarief als de Impulseo I premie voor huisartsen, met name aan 16,5%.
    Onze redenering is immers dat, zoals Impulseo een aanmoediging is voor artsen om zich te vestigen in bepaalde gebieden, dit alternatieve “sociaal statuut” voor artsen die blijven verder werken na hun pensioen een aanmoediging is voor oudere collega’s om langer te werken. Kortom, in beide situaties gaat het erom het beroep zo aantrekkelijk mogelijk trachten te houden. Deze vraag van de BVAS wordt verder onderzocht.

    Tijdens dezelfde vergadering vroeg de BVAS hoever het stond met de uitvoering van punt 4.2.10. van het akkoord: “Ondersteuning van de zorgverleners bij de invoering van de GDPR zal worden voorzien".
    De BVAS vroeg al op 24 maart schriftelijk of er een modelverwerkingsregister en -privacyverklaring voor extramurale specialisten en huisartsen kan worden uitgewerkt vanuit de medicomut? En eveneens een handleiding bij datalekken zodat er uniformiteit kan worden bewerkstelligd onder de artsen die immers allen onderworpen zijn de GDPR reglementering.
    NCAZ-voorzitter Jo De Cock beloofde een nota voor te leggen voor de volgende vergadering van de medicomut, m.a.w. op 25 juni a.s. .
    Dr. Marc Moens, voorzitter BVAS.