Inbreuken op de wettelijke bescherming van arbeidstijden en recuperatie zijn schering en inslag bij Vlaamse arts-specialisten in opleiding (ASO's). De sociale bescherming ontbreekt en problemen blijven vaak onder de radar. Daarnaast zijn er erg grote verschillen in loon tussen de ziekenhuizen en zijn de arbeidsvoorwaarden niet transparant, volgens diezelfde ASO's.
Een grootschalig onderzoek van de Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding (VASO) is ontluisterend. Op basis van een enquête in januari 2020 (678 gevalideerde antwoorden of een responsgraad van 21%) en 111 loonbrieven stelde de VASO een wettelijke inbreuk vast op zo goed als elke stagedienst. “Het is hoog tijd om werk te maken van een wettelijke bescherming voor specialisten in opleiding en een centrale opleidingsovereenkomst als we een kwalitatieve zorg willen blijven garanderen", luidt het. "Waarom kan dat in Nederland wel en hier niet?"
Registratie arbeidstijd en recuperatie
De resultaten zijn opvallend: 91% van de respondenten geeft aan dat er een objectieve wettelijke inbreuk vast te stellen is op hun stagedienst. De inbreuken gaan voornamelijk over de registratie van de arbeidstijd, recuperatie toekennen na langdurig werken en de vergoeding voor wachtdiensten.
Zoals ook blijkt uit eerdere bevragingen geven de ASO's bovendien aan dat zij niet weten waar ze terechtkunnen bij overtredingen.
Tijdsregistratie niet mogelijk
Bij 28% van de respondenten werd aangegeven dat ze hun arbeidstijd niet kunnen registreren. In 67% van die gevallen wordt zelfs geen mogelijkheid tot registratie aangeboden, terwijl stagediensten wettelijk verplicht zijn een register met arbeidstijden bij te houden.
Daarnaast heeft 15% van de ASO's het gevoel dat er weinig met deze arbeidstijdregistratie gedaan wordt. Ook past de werkgever in 3% nog de ingevoerde arbeidstijd aan, hoewel dat strafbaar is.
Geen vergoeding voor wachtdiensten
Het sociaal statuut (Sui Generis) waaronder arts-specialisten in opleiding werken, is een apart sociaal statuut dat neerkomt op een afgeslankte versie van een bediendestatuut, met minder sociale rechten.
Een van de tekortkomingen en verschillen met een bediendestatuut is het gebrek aan een collectieve arbeidsovereenkomst of wettelijk bepaalde minimumvoorwaarden. Dat vertaalt zich in de resultaten van de bevraging. Zo blijkt dat tussen de 52 Vlaamse ziekenhuizen het brutoloon 15 tot 28% kan verschillen per maand. De vergoedingen van wachtdiensten zijn evenmin uniform: heel wat ziekenhuizen betalen ASO's zelfs geen vergoeding als ze een wachtdienst lopen (17%) of overuren kloppen (77%) terwijl anderen forfaitair of per uur vergoeden met grote verschillen tot gevolg. Ook wettelijke recuperatie na een wachtdienst wordt in veel gevallen nog steeds niet toegepast.
Arbeidsvoorwaarden lopen sterk uiteen
Vermits er geen wettelijke verplichtingen bestaan rond de voorwaarden die een specialist in opleiding dient te krijgen, verschillen de contracten tussen de ziekenhuizen zeer sterk. Sommige ziekenhuizen voorzien een aantal verzekeringen zoals gewaarborgd inkomen en overlijdensverzekering, andere voorzien enkel de verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Ook over een vergoeding voor woon-werkverkeer bestaat er geen eenduidigheid. Artsen in opleiding hebben vaak geen keuze in welk ziekenhuis zij tewerkgesteld worden en dus welk loon ze ontvangen of onder welke arbeidsvoorwaarden zij daar tewerkgesteld worden.
Gedetailleerde resultaten: www.vaso.be/bevraging
Lees ook: "Tijd voor een wettelijke bescherming van de 21e eeuw”