Triage spoedpatiënten: zorgwekkende verschillen (studie)

Een onderzoek door artsen uit Montpellier, gepubliceerd in het internationale tijdschrift European Journal of Emergency Medicine, belicht zorgwekkende verschillen in de triage van patiënten op basis van hun geslacht en etnische afkomst. Vrouwelijke en zwarte patiënten blijken in het triageproces benadeeld te worden.

Triagesystemen, die objectieve criteria gebruiken zoals vitale functies en subjectieve factoren zoals pijnbeschrijving, worden wereldwijd veel gehanteerd op afdelingen spoedeisende hulp. Ondanks deze systemen blijven ongelijkheden in wachttijden bestaan, vooral ten aanzien van het geslacht en de etnische afkomst van patiënten.
Pijn op de borst, een veelvoorkomend symptoom, is een sprekend voorbeeld van de complexiteit van triage. Ze kan verschillende oorzaken hebben, sommige potentieel levensbedreigend, terwijl andere minder dringend zijn. Deze studie onderzocht hoe triagebeslissingen worden beïnvloed door factoren zoals het geslacht en de etniciteit van patiënten. 
Hiertoe kregen de deelnemers een gestandaardiseerd klinisch geval van pijn op de borst te zien in een triagegebied voor spoedeisende hulp, vergezeld van een willekeurige afbeelding die verschillende etnische en gendereigenschappen vertegenwoordigde.

Hulpverleners kregen een gestandaardiseerd klinisch geval te zien in een triagegebied voor noodgevallen. De bijbehorende afbeelding werd gerandomiseerd uit acht gestandaardiseerde afbeeldingen van mensen die zich presenteerden met pijn op de borst en verschilden in geslacht en etnisch uiterlijk (blank, zwart, Noord-Afrikaans en Zuidoost-Aziatisch uiterlijk).

Elke persoon werd gevraagd om te reageren op één klinische casus, waarbij het prioriteitsniveau van 1 (onmiddellijke behandeling vereist) tot 5 (kan tot 2 uur wachten) visueel werd beoordeeld. Prioriteitsklassen 1 en 2 voor levensbedreigende noodgevallen en klassen 3 tot 5 voor niet-levensbedreigende noodgevallen werden gegroepeerd voor analyse.

Resultaten
Van de 1.563 respondenten [gemiddelde leeftijd, 36 ± 10 jaar; 867 (55%) vrouwen] waren 777 (50%) spoedartsen, 180 (11%) resident-spoedartsen en 606 (39%) verpleegkundigen. De prioriteitsniveaus voor alle antwoorden waren 1 tot 5: 180 (11%), 686 (44%), 539 (34%), 131 (9%) en 27 (2%). Er was een hogere gerapporteerde prioriteit voor mannen dan voor vrouwen [62% versus 49%, verschil 13% (95% betrouwbaarheidsinterval; CI 8-18%)]. 

Vergeleken met Kaukasiërs hadden zwarte schijnpatiënten een lagere prioriteit [47% vs 58%, verschil -11% (95% CI -18% tot -4%)], maar niet voor mensen uit Zuidoost-Azië [55% vs , 58%, verschil -3% (95% CI -10-5%)] en Noord-Afrika [61% vs 58%, verschil 3% (95% CI -4-10%)].

De resultaten van het onderzoek toonden dus aan dat prioritering van patiënten werd beïnvloed door seksuele en etnische kenmerken. Mannelijke patiënten kregen een hogere prioriteit dan vrouwelijke patiënten. Daarnaast kregen zwarte patiënten minder vaak een hogere prioriteit dan blanke patiënten. Er werd echter geen significant verschil waargenomen voor patiënten van Zuidoost-Aziatische of Noord-Afrikaanse afkomst in vergelijking met blanke patiënten.

> Klik hier voor de studie.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.