Het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) heeft woensdag in een persbericht zijn bezorgdheid geuit over de verdeling van de sociale zekerheid tussen Vlaanderen en Wallonië. De organisatie keek daarbij naar verschillen in uitgaven- en inkomsten, het aantal verhoogde tegemoetkomingen, de arbeidsongeschiktheid en de bijdragen aan de sociale zekerheid.

Het VNZ onderzoekt jaarlijks de uitgaven- en inkomstverschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. Het baseerde zijn berekeningen op gegevens afkomstig uit de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen (LNZ) en het Riziv. Ongeveer 613.330 inwoners van België (5,3 procent) zijn aangesloten bij een van de vier neutrale ziekenfondsen van de LNZ.

Volgens cijfers van de LNZ bedroeg in 2024 de gemiddelde uitgave per persoon aan gezondheidszorg 2.899,54 euro in Vlaanderen en 3.004,22 euro in Wallonië. Dat is een verschil van ongeveer 104,68 euro. 

Verder keek het VNZ naar het aantal mensen dat recht heeft op een voorkeurregeling of verhoogde tegemoetkoming. Uit cijfers van alle Belgische ziekenfondsen bleek dat in Vlaanderen ongeveer 16,86 procent recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming terwijl dit in Wallonië 23,49 procent en in Brussel 34,15 procent bedraagt. "Een opmerkelijk verschil", volgens het VNZ. Al voegt hij er ook aan toe dat 16,9 procent "te veel" is in Vlaanderen.

Daarnaast ontving een Waalse rechthebbende volgens de cijfers in 2020 gemiddeld 6 uitkeringsdagen meer wegens arbeidsongeschiktheid of invaliditeit dan een Vlaamse. 

En dat terwijl de gemiddelde Vlaamse titularis van de LNZ jaarlijks een grotere sociale bijdrage levert dan zijn Waalse tegenhanger. Zo blijkt dat in 2023 een Vlaamse titularis binnen de LNZ 10.909 euro aan sociale zekerheid bijdroeg en een Waalse titularis "slechts" 9.010 euro. Een Vlaming betaalde dus gemiddeld 1.899 euro meer.

Het VNZ pleit op basis van deze verschillen dan ook voor "volledige communautarisering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering".