De vorige ministerraad keurde op voorstel van minister Vandenbroucke een ontwerp koninklijk besluit goed betreffende het remgeld in het kader van de test op het humaan papillomavirus (HPV) als primaire screeningstest voor de opsporing van baarmoederhalskanker. Vrouwen tussen 30 en 64 jaar die verzekerd zijn, zullen om de vijf jaar een primaire HPV-screening kunnen ondergaan. Als de test positief is, wordt een cytologisch onderzoek uitgevoerd met al dan niet een bijkomend colposcopisch onderzoek.
In de context van deze primaire screening wordt ernaar gestreefd de remgelden te beperken om de drempel tot deelname zo laag mogelijk te houden. Er is remgeld verschuldigd voor de raadpleging bij de gynaecoloog of de huisarts. Er is geen persoonlijk aandeel voor de afname van het uitstrijkpreparaat noch voor de primaire cytologie-/HPV-test. Ook voor de reflextesten, uitgevoerd na een positieve primaire screening, zal er geen persoonlijk aandeel verschuldigd zijn.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
> Ruim vier op de vijf baarmoederhalskankers bij vrouwen die zich niet laten screenen