2-6% van de mannen vertoont een ejaculatio tarda, en dat cijfer is misschien nog hoger bij oudere mannen. Mogelijke oorzaken van ejaculatio tarda zijn chronische prostatitis, depressie, testosterondeficiëntie en inname van geneesmiddelen zoals SSRI’s. Meestal kan de oorzaak ervan niet worden achterhaald (idiopathische ejaculatio tarda).
Om een beter inzicht te krijgen in de etiologie van ejaculatio tarda moeten we zoeken naar nieuwe klinische factoren die correleren met een langzamere ejaculatie. Een groep vorsers heeft dat gedaan via een complexe computeranalyse van gegevens (datamining). Met datamining kan men door analyse van grote hoeveelheden gegevens processchema’s ontdekken en extraheren. Datamining wordt steeds vaker in de gezondheidszorg gebruikt om voorspellende modellen op te stellen. Met die methode kan men tendensen en correlaties opsporen die zouden worden gemist met de klassieke statistische methoden.
De auteurs zijn daarbij uitgegaan van de Optum Clinformatics Data Mart, een gegevensbank die eigendom is van een grote privéverzekeringsmaatschappij in de Verenigde Staten. De gegevensbank telt ongeveer 83 miljoen patiënten en dekt een periode van 18 jaar. De auteurs hebben alle medische diagnoses en geneesmiddelen doorgenomen die waren voorgeschreven tijdens de laatste 6 maanden voor de initiële diagnose (ejaculatio tarda, erectiestoornissen of ziekte van Peyronie).
In totaal werden 11.602 mannen met ejaculatio tarda vergeleken met een cohorte van mannen met de ziekte van Peyronie en 11.719 mannen met een cohorte met erectiestoornissen. De gemiddelde leeftijd was 52,5 jaar.
De auteurs hebben vooral gekeken naar de 20 factoren die het sterkst correleerden met ejaculatio tarda. De factoren die sterker correleerden met ejaculatio tarda dan met erectiestoornissen of de ziekte van Peyronie waren steriliteit, teelbaldisfunctie, angst, stoornissen van het vetmetabolisme, inname van alfablokkers, anemie, gebruik van antidepressiva en een psychose. Onvruchtbaarheid, inname van alfablokkers en een psychose correleerden het sterkst met ejaculatio tarda (p telkens < 0,00001).
De meeste mannen met ejaculatio tarda vertoonden een metabool syndroom. 26-53% van de mannen had hypertensie en ongeveer 33% vertoonde tevens afwijkingen van de serumlipiden. Die observaties bevestigen dat er een correlatie bestaat tussen de ejaculatiefunctie en componenten van het metabool syndroom.