De Koninklijke Academie voor Geneeskunde formuleert aanbevelingen op vier niveaus, lessen dus uit de coronacrisis voor het biomedisch onderwijs. Daarbij betere personeelsomkadering, beschermingsmateriaal en een verzekering voor studenten tijdens hun stage, en initiatieven ter bevordering van het mentale en psychosociale welbevinden van studenten, docenten en begeleiders.
De opleiding tot gezondheidszorgprofessional kent een aantal eigen aspecten. Het werkplekleren neemt een belangrijke plaats in. Zo moeten studenten, naast het volgen van hoorcolleges, hun noodzakelijke vaardigheden en beroepscompetenties onder meer aanleren tijdens stages met frequente patiëntencontacten, stipt de academie aan.
Plots opgelegde maatregelen voor de inperking van de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2, waaronder de sluiting van de campussen en de verplichte fysieke afstand en persoonlijke bescherming tijdens praktijkomstandigheden, hadden een grote impact op de kwaliteit van het onderwijs en het welbevinden van studenten en docenten, luidt het nog.
De instellingen begonnen enerzijds versneld te experimenteren met allerhande vormen van afstandsonderwijs, anderzijds werden praktijkonderwijs en stages afgelast of ingekort.
De Academie stelt voor om uit deze crisissituatie lessen te trekken en deze als een kans te beschouwen om een aantal regelingen te treffen. Haar beleidsaanbevelingen slaan op vier niveaus:
1) Steun aan de onderwijsinstellingen via bijkomende personeelsomkadering, middelen en reglementering zodat het online lesgeven en examineren op een professionele, snelle en veilige wijze georganiseerd kunnen worden, en zodat praktijkonderwijs met minimale hindernissen kan plaatsvinden. Dit kan onder meer via de nodige digitale ondersteuning, het trainen van studenten en docenten, het invoeren van het statuut van student-opleider en het voorzien van studieruimten voor benadeelde studenten.
2) Maatregelen om kwaliteitsvolle stages te kunnen blijven aanbieden, waaronder een verzekeringspolis voor studenten, het garanderen van voldoende persoonlijk beschermingsmateriaal en instructies voor het correct dragen ervan, het ondersteunen van ziekenhuizen, zorginstellingen en bedrijven en tot slot regelingen in verband met internationale mobiliteit. Snelle en universele communicatie is hierbij essentieel.
3) Initiatieven ter bevordering van het mentale en psychosociale welbevinden van studenten, docenten en begeleiders.
4) Stimuleren van de uitwisseling van kennis en het onderzoek naar het effect van onderwijshervormingen.