Een klinische studie over aneurysma's met virtuele patiënten toont even goede resultaten als conventionele klinische studies. Dat heeft de KU Leuven maandag bekendgemaakt. "De voordelen van studies met virtuele patiënten op lange termijn zijn bijzonder groot", zegt professor Alex Frangi (KU Leuven/Leeds University), die de studie leidde. De resultaten zijn vorige week gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.
"Het idee om met groepen van virtuele patiënten te werken in plaats van met personen die fysiek aanwezig zijn, speelt al langer in de academische wereld", vertelt Frangi. "Tot nu toe waren de middelen nog niet klaar om dergelijke studies geroutineerd op te zetten. Dat begint op dit moment te veranderen."
In plaats van met echte patiënten te werken, bouwden de onderzoekers digitale simulaties van groepen patiënten, representatief naar leeftijd, geslacht en etniciteit. De onderzoekers gebruikten daarvoor geanonimiseerde klinische data. Ook de manier waarop de lichamen functioneren, bijvoorbeeld op vlak van anatomie of fysiologie, werd mee in de digitale modellen gestoken.
De virtuele studie, ook 'in silico'-studie genoemd, bekeek de effectiviteit van een 'flow diverter' bij aneurysma's die zich onder de schedel bevinden: een flow diverter is een toestelletje dat de bloedstroom afleidt van het aneurysma, waardoor het bloed in het aneurysma stagneert en stolt, zodat het niet kan scheuren. Bedoeling was om na te gaan of de resultaten met virtuele patiënten gelijkaardig waren aan die van traditionele studies.
"Dat bleek het geval te zijn", vertelt Frangi. "In de drie traditionele studies waarmee we vergeleken, bleek respectievelijk 86,8 procent, 74,8 procent en 76,8 procent van de personen succesvol behandeld te zijn met de 'flow diverter'. In onze in silico-studie voorspelden we dat 82,9 procent succesvol behandeld zou worden. Bovendien verkregen we ook extra bevindingen: we hebben subgroepen kunnen identificeren die een hoger risico op beroertes hadden (hersenaneurysma's geven een risico op beroertes, red.). Dat is iets wat de drie traditionele klinische studies niet konden aantonen."
De voordelen van studies met virtuele patiënten zijn legio, volgens de professor. "Onze studie is slechts in een fractie van de tijd en met een fractie van de kostprijs gebeurd, vergeleken met een conventionele studie. Die snelheid is enorm voordelig: gewone studies over medische toestellen zoals de 'flow diverter' nemen soms zes tot acht jaar in beslag. Op die tijd kan het toestel op wetenschappelijk vlak al sterk geëvolueerd zijn. In silico-proeven kunnen die termijn verminderen tot zes maanden. Modellen die voor één studie gebouwd zijn, kunnen bovendien opnieuw gebruikt worden in andere studies."
Frangi gelooft dat in silico-proeven het aantal conventionele klinische studies kan verminderen. De conventionele proeven zullen volgens hem wel nog steeds gebruikt worden om onderzoek te bevestigen. "Binnen vijf à tien jaar zullen onderzoekers meer intensief gebruik maken van dit type studies, om bewijzen te vergaren over bijvoorbeeld veiligheid of efficiëntie van medische toestellen. Maar het wordt eerder een aanvullende manier van onderzoek voeren, bovenop de traditionele klinische studies."