Het Riziv legde sinds begin deze maand nieuwe terugbetalingsregels op voor sommige prestaties medische beeldvorming en sommige gezondheidsprestaties in een ziekenhuisdienst of een erkende prestatieplaats. Een maatregel die contraproductief kan uitdraaien.

"Vanaf 1 juni 2016 zal bij de facturatie van sommige prestaties via CT, PET, PET-CT, PET-MRI, SPECT-CT en MRI verplicht het unieke Riziv-identificatienummer van het toestel waarmee het onderzoek werd uitgevoerd, vermeld worden. Dat wordt een terugbetalingsvoorwaarde", waarschuwde het Riziv op 30 mei. 

Dat nummer staat in het nationaal toestelkadaster van medische beeldvorming, opgesteld door de FOD Gezondheid. Het Riziv deelde het facturatienummer voor elk toestel per brief mee aan de ziekenhuizen en de diensten. Er werd ook een omzendbrief verzonden naar de ziekenhuizen. Bedoeling is om de werkelijkheid te velde af te stemmen op het kadaster.

Een serie prestaties - in  een ziekenhuisdienst of daaraan gelijkgesteld -  moet bovendien verplicht gekoppeld worden aan een identificatie- en facturatienummer. 

Contraproductief

Een goede zaak? "Helemaal niet", betreurt dr. Christian Delcour deze maatregel. Dr. Delcour is secretaris van de Belgische Vereniging voor Radiologie. "Heel wat niet-erkende MRI's zijn geÏnstalleerd in eenheden die er al hadden om te beantwoorden aan de vraag. Men kan deze universitaire en niet-universitaire diensten er niet van beschuldigen dat ze dat om economische redenen deden want voor deze machines krijgen ze niet het financieringsdeel A3B3. Dit is totaal incoherent met de campagne tegen te veel bestraling waar net gestreefd wordt naar de vervanging van ioniserende onderzoeken (CT-scan's bijvoorbeeld) door MRI's. Het Riziv brengt door zijn blinde administratieve besparingslogica de organisatie van de diensten medische beeldvorming in gevaar. We zullen niet meer met de 'grijze' of 'zwarte' MRI's kunnen werken. Zo vergroten de wachtlijsten - die al te lang waren - om totaal uit de hand te lopen! Men zal immers de voorkeur geven aan CT's. Wel geeft dr. Delcour toe dat het kadaster voor zware apparatuur een goede zaak is "omdat tot nu toe bijvoorbeeld niemand het aantal CT's in België kende."

Protocolakkoord

De Belgische Vereniging van de Radiologie herinnert eraan dat een akkoord voorziet in de plaatsing van 12 extra MRI-toestellen op het Belgisch grondgebied (7 in Vlaanderen, 5 in Wallonië). "Deze 12 extra toestellen worden geïnstalleerd in ziekenhuizen die er nog geen hadden. Intussen denkt de BVR al aan een uitbreiding van dat MRI-park. Die moet er komen:

1) op basis van reële en objectieve behoeften (een correct kadaster is dus nodig);

2) binnen een realistisch budget (overconsumptie vermijden),

3) met een optimale verdeling per regio (optimale toegankeljkheid).

En zeggen dat de huidige aanwezigheid van niet-erkende toestellen deze objectieven doorkruist omdat de reële behoeften flou blijven, dat een deel van het budget besteed wordt door diensten die niet-erkende toestellen gebruiken en dat ten koste van diensten die nog wachten op een erkend toestel. De niet-erkende toestellen kunnen overal worden geplaatst zonder dat de regionale spreiding gewaarborgd is, nocht de optimale toegankelijkheid. "We steunen het project van de minister om de controlepolitiek aan te passen volgens het protocolakkoord, zelfs als dat tijdelijk de wachttijden verlengt wegens de vermindering van niet-erkende MRI's. Het is evenwel de enige manier om het MRI-park duurzaam, transparant en effficiënt te hermodelleren", besluit de BVR.

V.C./P.S.