Aan het wetsontwerp standaardisering laagvariabele zorg valt nog een pak te schaven. Zo is het onbegrijpelijk dat nergens een indexering is ingebouwd van het globaal forfait, signaleert Robert Rutsaert (ASGB), naast een resem andere kritische opmerkingen.
Met het principe op zich heeft zijn syndicaat geen al te grote problemen, maar de technische uitwerking wekt verbazing op. Dat begint al bij het feit dat er nergens nog gewag wordt gemaakt van de onderfinanciering met 300 miljoen van de ziekenhuizen terwijl de aanpak daarvan prioritair is. Verder een niet-exhaustieve lijst van mankementen of onduidelijkheden:
- Bij de lijst van de patiëntengroepen werden noch de artsensyndicaten noch de overleggroep betrokken. Welke experts werden hiervoor geraadpleegd, welke methodologie gevolgd? Sowieso kun je al vragen stellen bij het feit dat pakweg hartchirurgie bij laagvariabele zorg zit.
- Wordt er enig onderscheid gemaakt tussen klassieke en daghospitalisatie? Blijkbaar moeten ziekenhuizen hier tussenkomen. Rutsaert: "We kregen al een pak reacties van pediaters, gynaecologen, ook van de anatomopathologen, de anesthesisten, de chirurgen... Vreemd is dat de anesthesisten en de chirurgen zidh het minste zorgen zouden moeten maken omdat het globaal forfait getriggerd wordt door een ingreep. In 100% van die APR-DRG's zal het honorarium van chirurgie en anesthesie al voorkomen.
- Men zal voor het geglobaiseerd honorarium teruggrijpen op wat de voorbije jaren gefactureerd is. "Stel dat je een knieoperatie verricht, dan zal er soms een diabetespatiënt bij zitten. De laatste jaren was er in 3% van de gevallen een prestatie bij van een endocrinoloog. Misschien was er in een aantal gevallen sprake van en delirium en moest er een psychiater bij... er zal geen medische raad op zitten te wachten om hier zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor de interne verdeling. De properste oplossing is dat men puur verdeelt op basis van wat het Riziv voorstelt.
- de verdeling van het geglobaliseerd honorarium onder de disciplines moet worden vastgelegd om eindeloze lokale discussies te vermijden. En als voor een bepaalde patiënt géén individuele verstrekking gebeurde (bv. consult diabetologie bij heupoperatie) aan wie moet het partiële honorarium dan worden toegekend? Niet overal werken alle artsen van dezelfde discipline in associatie, signaleert het ASGB.
Indexering nergens te bespeuren
- moet de indexering van dit geglobaliseerd honorarium niet vermeld worden? In de medicomut vond het Riziv ook wel dat die mogelijkheid moest worden aangehaald in de wet, maar de mensen van de beleidscel vonden dat die prestaties op zich kunnen geïndexeerd worden, om het geglobaliseerd honorarium dan periodiek te verrekenen. Daarmee zijn we het grondig oneens. De indexering moet vermeld worden en 'periodiek' verrekenen moet 'jaarlijks' zijn.
De enorme verschillen tussen de disciplines bedragen soms een factor 20
- men maakt abstractie van de accrediteringsstatus waardoor het incentive om zich te accrediteren afneemt; dit is een bijkomend argument om eindelijk werk te maken van de opwaardering van het accrediteringsforfait en de afbouw van de onverantwoorde verschillen in de Q30-inkomsten (supplement op de prestatie van de geaccrediteerden); de verschillen moeten ten laatste voor het einde van dit jaar verdwijnen ten voordele van het forfait dat voor iedereen gelijk is.
- "Dit deel kan makkelijk her-ijkt worden", aldus dr. Rutsaert. "Maar in de medicomut werd dat weggewuifd met de stelling dat de inkomsten voor dit soort pathologie maar een klein procent van het totaalbudget uitmaken. Als je dan weet det er zoveel te doen was over de indexering van de laatste jaren die ongeveer hetzelfde procent bedroeg... De enorme verschlllen tussen de disciplines bedragen soms een factor 20 terwijl de inspanning om je bij te scholen, grosso modo dezelfde is tussen de disciplines."
Vrees voor onderconsumptie
- Men zegt dat men moet vermijden dat er "overbodige prestaties worden aangerekend...". "Maar eigenlijk", aldus Robert Rutsaert, "moeten we in een forfaitair systeem eerder vrezen voor onderconsumptie. Er moet een bewakingssysteem op de kwaliteit komen."
- Het is logisch dat de Sp-diensten apart behandeld worden maar o.i. geldt dit alleen voor de toezicht- en de revalidatiehonoraria; het zou niet logisch zijn dat tal van andere technische vertrekkingen er wel apart kunnen gefactureerd blijven; is er een verschil tussen geïsoleerde Sp-diensten en deze in een algemeen ziekenhuis?
Dokter Rutsaert geeft tot slot nog een schot voor de boeg: "Afzonderlijke forfaits invoeren voor de honoraria en het BFM is aanvaardbaar als die strikt gescheiden zijn en blijven; van het ogenblik dat men terug begint over één all-in bedrag stopt voor ons elke medewerking!"
> Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer