Nederlandse experts spreken van een ‘zorgwekkend aantal’ sporters dat er de brui aan geeft na een blessure. In België wijst de SKA op het belang van de juiste begeleiding, doelen en voorbereiding.
De Nederlandse verenigingen VeiligheidNL, het RIVM en het Centraal Bureau voor de Statistie meldden dat 400.000 Nederlanders de afgelopen twee jaar definitief gestopt zijn met hun sport vanwege een blessure. Experts spreken van een zorgwekkend aantal. Of wie is gestopt met een sport is overgestapt naar een andere sport is wel niet onderzocht.
Van alle negen miljoen Nederlanders die in 2023 elke week een sport beoefenden, kreeg bijna de helft een blessure, schrijft de website van de NOS. Bij voetbal waren dat er het meeste, gevolgd door lopen en in mindere mate fitness.
De knie is verreweg het meest geblesseerde lichaamsdeel, gevolgd door de enkel en de rug. VeiligheidNL zegt wel dat het blessurerisico en het totaal aantal blessures lager ligt dan in 2019. Dat komt onder andere doordat mensen meer voorzorgsmaatregelen nemen. Volgens experts kunnen veel blessures voorkomen worden door preventieve maatregelen en een betere behandeling. Vooral lopers, gevolgd door voetballers, blijken het vaakst te stoppen met hun sport na een blessure, die meestal is toe te schrijven aan overbelasting.
Werkonbekwaamheid
"Internationale cijfers geven aan dat 60 procent van de lopers een blessure krijgt in een jaar", zegt Tom Teulingkx, huisarts, sportarts en de voorzitter van de SKA, de vereniging van Sport- en Keuringsartsen. Hij is samen met Marc Geenen ook de auteur van het boek ‘Biefstuk in de broek’, waarin feiten en fabels over gezond sporten onder de loep worden genomen. "In de praktijken zien we nu ook meer blessures die meestal komen door te weinig goede begeleiding (bijvoorbeeld fitness), te hoge doelen (bucketlist sport) en te weinig gevarieerde preventieve voorbereiding (bijvoorbeeld geen spierkracht). Er komt ook heel wat werkonbekwaamheid voort uit sportblessures. Ook sporten als crossfit zijn soms te intensief en te belastend", zegt dr. Teulingkx.
"Sporten is gezond", concluderet hij, "maar te veel dan weer niet."