Op vraag van de Federale Planningscommissie werd een nationale studie uitgevoerd om artsen te ondervragen over hun inkomen en om de factoren te bepalen die dat inkomen beïnvloeden. Een eerste reactie vanuit syndicale hoek.
Volgens de zelfrapportering verdient 27% van de huisartsen tussen 7.500 en 9.999 euro per maand op basis van de terugbetalingen van het Riziv. Bijna hetzelfde percentage (26,5%) heeft een inkomen tussen €10.000 en €14.999. Bijna 33% haalt echter minder dan €7.500 per maand en 12,55% verdient €15.000 of meer.
Huisartsen in het Brusselse gewest verdienen gemiddeld minder dan die in de andere twee gewesten: 66% van hen heeft een maandinkomen van minder dan 7.499 euro.
In de laagste inkomensklassen zijn er meer solo-huisartsen dan groepsartsen, op basis van de Riziv-vergoedingen. Als we naar het netto-inkomen kijken, bedraagt het nationale gemiddelde 4.707 euro per maand. Maar een huisarts in de onderzochte steekproef verdient gemiddeld 1.000 euro per maand meer als hij of zij alleen werkt dan wanneer hij of zij in een groepspraktijk werkt.
Beïnvloedende factoren
De onderzoekers gebruikten de beschikbare gegevens om een logistisch regressiemodel te construeren dat ontworpen was om in te schatten welke variabelen de grootste invloed hebben op het inkomen van een huisarts die verwacht wordt fulltime te werken. Door onvolledige antwoorden konden de onderzoekers echter slechts 787 observaties gebruiken. Ze menen evenwel dat dit nog steeds representatief is voor de huisartsenpopulatie als geheel.
Ze kunnen daarom voorspellen dat als de leeftijd met 5 jaar toeneemt, de kans om meer dan 10.000 euro per maand te verdienen met 11% toeneemt. Hulp van personeel kan deze waarschijnlijkheid verhogen (odd ratio 1,79).
Een groter aandeel van de professionele tijd die aan patiënten wordt besteed en een groter percentage van de voltijdse arbeidstijd die wordt gewijd aan het beroep of werken in Vlaanderen, hebben een positieve impact op de kans om meer dan 10.000 euro per maand te verdienen.
Aan de andere kant zijn vrouw zijn of werken in een bevolkingsgebied met een hoog opleidingsniveau twee aspecten van het beroep met een negatieve impact op de kans om meer dan 10.0000 euro aan Riziv-vergoedingen per maand te krijgen.
De algemene conclusie van de auteurs van het onderzoek is dat de relatie tussen gewerkte uren en inkomen niet evenredig is. Ze wordt beïnvloed door andere variabelen.
Bijna 3.000 huisartsen (2.974) beantwoordden de vragenlijst die IM Associates tussen september en november 2022 verstuurde. Niet iedereen verstrekte daarbij noodzakelijkerwijs informatie over alle aspecten die in de vragenlijst aan bod kwamen. Toch vertegenwoordigt dit een zeer representatieve steekproef van de landelijke huisartsenpopulatie (12.691 volgens de auteurs van de studie).
Bij de artsensyndicaten noteren we enig voorbehoud bij de bekendmaking van deze gegevens: "Hierop reageren is vrij moeilijk want het zijn blijkbaar gegevens uit een onderzoek waarvan we de inclusiecriteria niet kennen", meent dr. Vanhoof (Bvas). "Eveneens hebben we geen zicht op de artsenpopulatie die ondervraagd werd, noch hebben we zicht op het percentiel van patientencontacten. Zo is het moeilijk om deze cijfers naar waarde in te schatten."
Een reactie van de Franstalige vleugel van Bvas: "Deze cijfers zijn plausibel, maar ze tonen aan dat "de werkelijke beloning van artsen niet noodzakelijkerwijs in verhouding staat tot hun persoonlijke investeringen en verantwoordelijkheden."
"We kunnen alleen maar blij zijn met dit soort onderzoek, dat het onderwerp zou moeten zijn van een grondige analyse binnen de beroepsgroep," merkt dr. Paul De Munck (GBO) op. "Dit materiaal moeten we vergelijken met Ze de resultaten van andere geplande onderzoeken."
> FOD Volksgezondheid bevraagt u over werkomstandigheden
> Een samenvatting van de conclusies van het onderzoek huisartsen vindt u hier.