Alle Eternit-asbest in Vlaanderen te verwijderen zou over een periode van 20 jaar jaarlijks tot meer dan 100 miljoen euro kosten. Dat blijkt volgens Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) uit een kostenraming van afvalstoffenmaatschappij OVAM.
Afgelopen weekend raakte bekend dat minister Demir asbestbedrijf Eternit en haar bestuurders in gebreke heeft gesteld omdat Demir wil dat Eternit met meer middelen over de brug komt om Vlaanderen asbestveilig te maken. In 2014 sloot toenmalig minister Joke Schauvliege (CD&V) een dading met Eternit voor 4,8 miljoen euro. Demir meent via de recente veroordeling van Eternit een juridische hefboom te hebben gevonden om het bedrijf tot een grotere bijdrage te dwingen.
Eternit zelf reageerde "verbaasd" op de demarche van de minister. Het bedrijf liet verstaan dat het in gesprek wilde gaan met de minister "om haar standpunt beter te begrijpen". Maar sinds de ingebrekestelling heeft Demir nog geen formele reactie gekregen van Eternit.
Intussen wijst minister Demir op een studie van de OVAM waarin de theoretische verwijderingskost van alle aanwezige Eternit-asbest werd berekend. Op basis van de beschikbare gegevens oordeelt de OVAM dat het marktaandeel asbestcement geproduceerd door Eternit zich rond de 65 procent bevindt.
Recent raamde de OVAM de totale hoeveelheid asbest in Vlaanderen op circa 2 miljoen ton asbestcement. Daarvan zou rond de 1,3 miljoen ton van Eternit zijn. Als een periode van 20 jaar wordt genomen om de hoeveelheid van 1,3 miljoen ton asbestcement te verwijderen aan de actuele kost van 1.500 euro per ton, levert dat een (theoretische) verwijderingskost op van ongeveer 100 miljoen euro per jaar. Of twee miljard over 20 jaar.
Hoeveel Demir precies van Eternit vraagt, kan ze naar eigen zeggen niet kwijt "in het kader van de onderhandelingspositie van de Vlaamse overheid", maar dat het gaat om een "aanzienlijk veelvoud" van de eerder afgesproken 4,8 miljoen euro is wel duidelijk.