Tijdens het hoogtepunt van de coronacrisis hebben personen met een handicap het moeten zien te redden met een pak minder zorg en ondersteuning dan voordien. Dat blijkt uit een bevraging van de Vereniging Personen met een Handicap (VFG) bij meer dan 600 personen met een handicap.

"De cijfers zijn verontrustend, want personen met een handicap zijn voor hun zorg vaak volledig afhankelijk van anderen", klinkt het. VFG pleit er dan ook voor om beter voorbereid te zijn in de toekomst.

Ongeveer 58 procent van de bevraagden gaf aan dat hun zorg en ondersteuning sterk verminderd is na 13 maart. "Het meest problematisch waren de mogelijkheden tot dagopvang en woonondersteuning. Respectievelijk 10 procent en 13 procent kon er de afgelopen maanden gebruik van maken", aldus VFG.

"We vinden het zorgwekkend dat een kwetsbare groep nu nog extra moet inboeten aan zorg en ondersteuning", vertelt Sophie Beyers van VFG. "Niet alleen komt alle zorg zo plots op de schouders van familie terecht, soms krijgen personen met een handicap eenvoudigweg niet alle ondersteuning die ze nodig hebben."

Onduidelijke info

Niet alleen het wegvallen van zorg en ondersteuning was een groot struikelblok voor personen met een handicap. Bijna 30 procent van de deelnemers vond dat de berichtgeving over de coronamaatregelen onduidelijk was, en velen hadden een tussenpersoon nodig om alle informatie te 'vertalen'. "Als één op de drie aangeeft dat men de communicatie van de overheid en lokale instanties niet begrijpt, wijst dat op een probleem", zegt Beyers.

"De sociale contacten van personen met een handicap zijn enorm beperkt door de coronacrisis, dus we kunnen er niet van uitgaan dat iedereen zomaar extra uitleg kan krijgen. Informatie moet voor iedereen toegankelijk zijn."