Zeven op de tien Vlamingen zijn tevreden dat de overheid een systeem van contactonderzoek op poten heeft gezet. Dat blijkt uit een online onderzoek van het Agentschap Zorg en Gezondheid bij duizend Vlamingen, meldt Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) dinsdag. Toch blijkt in de praktijk dat een vijfde van de mensen niet geneigd zijn om deel te nemen aan het contactonderzoek als ze worden opgebeld, zei Beke in De Ochtend op Radio 1.

93 procent van de ondervraagden geeft aan al gehoord te hebben van contactonderzoek en 86 procent kan ook correct beschrijven wat contactonderzoek inhoudt. Bijna negen op de tien geven aan te willen deelnemen aan contactonderzoek en nog eens negen op de tien zegt ook 14 dagen in quarantaine te willen gaan indien ze in contact zijn geweest met een besmette persoon.

Toch blijkt uit de praktijk dat minder mensen bereid zijn om deel te nemen, volgens Beke gaat het om een vijfde van de opgebelde mensen. Het gaat dan om mensen die contactonderzoekers wel spreken maar die zeggen dat ze geen contacten hebben gehad, omdat ze zich bijvoorbeeld geen contacten herinneren of geen moeite willen doen. "Uit ons onderzoek blijkt dus dat de intentie er wel is om mee te werken, maar dat in de praktijk de medewerking toch niet altijd goed verloopt", aldus de woordvoerster. Daarnaast zijn er ook mensen die de telefoon niet opnemen als contact tracers bellen, en een kleine groep (1 tot 2 procent) van de opgebelde mensen weigert te spreken.

Beke benadrukt dan ook dat het belangrijk is om aan te geven waarom contactonderzoek zo belangrijk is. "Als we willen vermijden dat we opnieuw zoals begin maart met een collectieve lockdown worden geconfronteerd, is het heel belangrijk dat we heel minuscuul kunnen optreden als dat nodig is", aldus Beke op Radio 1, en daarvoor moeten we te weten komen wanneer mensen besmet zijn geraakt en met wie ze in contact zijn geweest. Beke lanceert binnenkort een nieuwe communicatiecampagne met minister-president Jan Jambon over het belang van contactonderzoek.