Vorig jaar kregen de Vlaamse crisismeldpunten voor kinderen en jongeren meer dan 16.500 oproepen. Dat zijn er bijna 40 procent meer dan drie jaar geleden, blijkt uit de cijfers van het Agentschap Opgroeien. Iedere burger en hulpverlener kan terecht met een melding over een jongere in een crisissituatie bij de zes Vlaamse crisismeldpunten die worden uitgebaat door de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW). Het gaat vooral om crisissen in het gezin of om een psychische crisis van een kind of een jongere.
De Tijd vroeg de cijfers op.
De helft van de 16.500 oproepen werd opgelost door een eenmalig telefonisch advies of een gesprek. De andere helft was dermate ernstig dat noodhulp in de vorm van een slaapplaats of crisisbegeleiding aangewezen was. Maar omdat het crisisaanbod eivol zit en het aantal oproepen blijft oplopen, konden de crisismeldpunten meer dan een derde van de betreffende minderjarigen niet helpen. Dat is bijna drie keer zoveel als drie jaar geleden.
Bovendien moeten jongeren ook in de reguliere jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg vaak lang wachten voor een plaats vrijkomt.
Hendrik Delaruelle, de directeur van het Vlaams Welzijnsverbond, ziet het als een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden. "Als kinderen te lang moeten wachten op hulp ettert het probleem verder en mondt het uit in een crisis. We creëren de problemen voor een deel dus zelf ."
Omdat de crisisoproepen in 2022 ook al sterk in de lift zaten, rolde de Vlaamse regering in maart 2023 een crisisplan uit. Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) pompte 100 miljoen euro in de crisishulp.
"De sector apprecieert die inspanningen', zegt Delaruelle. 'Maar de nieuwe crisiscijfers bewijzen dat het niet genoeg is. De crisisoproepen doorbreek je nooit zonder structureel de wachtlijsten weg te werken, en daar zijn veel meer middelen voor nodig."