De water- en frisdrankenindustrie wijst erop dat er in Europa zeer strikte veiligheids- en kwaliteitsregels gelden voor mineraal- en bronwaters. Ze reageert daarmee op onderzoek van de Amerikaanse Columbia universiteit die ontdekte dat er in flessenwater honderdduizenden minuscule plasticdeeltjes te vinden zijn.
De Belgische sectorfederatie VIWF zegt dat alle verpakkingen voor flessenwater in Europa gemaakt zijn uit "inerte, onschadelijke materialen", die beantwoorden aan de strenge Europese wetgeving voor verpakkingen die in contact komen met voedingsmiddelen. Daarnaast mag het mineraal- en bronwater "op geen enkele manier chemisch behandeld worden". Jaarlijks vinden er honderden controles plaats, zowel aan de bron als van het afgewerkt product in de fles.
De sector wijst er ook op dat de Amerikaanse studie een nieuwe meetmethodologie introduceert voor nano- en microplastics. "We zijn aan het kijken hoe deze studie is uitgevoerd om een juiste vergelijking te kunnen maken met de Europese/Belgische situatie en mineraal- en bronwaters. Zo is het uit het artikel niet duidelijk af te leiden welk (type) water juist is geanalyseerd". In de VS is de grote meerderheid van het gebottelde water immers geen natuurlijk mineraal- of bronwater. Ook de wetgeving rond verpakkingen is er anders dan hier.
"Er wordt op dit moment op Europees niveau gewerkt aan op wetenschappelijke inzichten gebaseerde nieuwe regelgeving en normen voor het meten van de aanwezigheid van microplastics. Er is immers nog steeds geen gestandaardiseerde meetmethode voor nano- en microplastics. We verwelkomen deze evolutie omdat laboratoria en producenten zo op een uniforme en objectieve manier partikels kunnen meten en analyseren, in de lucht en dus ook in ons drinkwater. Dat zal ons toelaten om oorzaken te achterhalen en aan te pakken", besluit de sectorfederatie.