Volwassenen met een aangeboren hartafwijking denken dat hun smartphone hen kan helpen om beter om te gaan met hun ziekte en ze blijken ervoor te vinden te zijn om de telefoon te gebruiken bij de follow-up.
Mobile Health, de Angelsaksische term die verwijst naar alle gezondheidsinformatie die gedragen wordt door een mobiel toestel, smartphone of tablet, kan verschillende vormen aannemen: sensibilisering, educatie, preventie, assistentie, follow-up, coaching, etc.
Een studie ging na welke rol Mobile Health (mHealth) zou kunnen spelen voor volwassen patiënten met een aangeboren hartafwijking. Die populatie wordt levenslang geconfronteerd met diverse verwikkelingen, vooral aritmie en hartinsufficiëntie. Maar ondanks alle conventionele middelen die aangewend worden, blijft de incidentie van de verwikkelingen behoorlijk hoog. Daarom ging men zich afvragen of mHealth voor verbetering zou kunnen zorgen.
Nooit zonder mijn smartphone
Nederlandse collega’s van het Academic Medical Center Amsterdam nodigden 118 patiënten uit die gevolgd en ambulant behandeld werden om te antwoorden op een aantal vragenlijsten om zo te peilen naar hun belangstelling voor Mobile Health. De gemiddelde leeftijd van het bevraagde staal bedroeg veertig jaar, 40% waren mannen en 49% symptomatische patiënten. De meeste deelnemers waren eerder bekend met moderne communicatiemedia; 92% van de respondenten had een smartphone.
Belangstelling en perspectieven
De resultaten van de bevragingen tonen aan dat het aantal volwassen patiënten met een aangeboren hartafwijking dat gebruik maakt van mHealth vandaag weliswaar niet hoger is dan 14%, maar 75% is wel te vinden voor het gebruik ervan in een nabije toekomst omdat ze de voordelen ervan wel inzien. Bij die voordelen hoort het inzamelen van gezondheidsinformatie in het algemeen, maar ook een meer specifiek over symptomen waarvoor men contact moet nemen met het medisch team. Oudere patiënten zijn aanvankelijk iets minder enthousiast over mobile tools, maar hun belangstelling voor Mobile Health is net zo groot als die van jongere patiënten.
De onderzoekers menen dat het tijd is voor nieuwe mHealth-initiatieven voor deze specifieke populatie die nood heeft aan chronische surveillance. Ze voegen er aan toe dat er nog meer stappen nodig zijn om uit te maken of die mHealth-tools een significant voordeel opleveren op het vlak van levenskwaliteit, morbiditeit en mortaliteit.
In België worden overigens zeven mHealth-proefprojecten voorzien voor verschillende hartaandoeningen.
> Mobile health in adults with congenital heart disease: current use and future needs
Uw mening geven? Reageren? Het debat gaat verder op @specialistkrant en @MediSfeer.