Het Grondwettelijk Hof vernietigt een onderdeel van het samenwerkingsakkoord over de vaccinatiegegevens van de COVID-19-vaccinatiecampagne. Dat het Informatieveiligheidscomité gemachtigd is om onder bepaalde omstandigheden gegevens uit Vaccinnet mag meedelen aan derden, is volgens het hof ongrondwettig.
In het kader van de organisatie van de vaccinatiecampagne tegen COVID-19 hebben de federale overheid en de deelstaten in maart 2021 een samenwerkingsakkoord gesloten. Dat akkoord bepaalt dat de vaccinatiegegevens van de personen gevaccineerd tegen COVID-19 worden geregistreerd in de gegevensbank Vaccinnet.
Een vrouw diende bij het Grondwettelijk Hof een beroep tot vernietiging van het samenwerkingsakkoord in omdat het akkoord volgens haar het recht op eerbiediging van het privéleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens en het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten schond.
Het Grondwettelijk Hof verwerpt de meeste bezwaren en oordeelt "dat alle specifieke doeleinden van de registratie in Vaccinnet rechtstreeks verband houden met de vaccinatiecampagne, dat zij voldoende precies zijn en dat zij zich beperken tot wat strikt noodzakelijk is". Ook de bewaringstermijn van de vaccinatiegegevens is volgens het hof "evenredig met de doelstellingen".
Informatieveiligheidscomité
Maar net als in een eerder arrest ziet het Grondwettelijk Hof wel een probleem in de rol van het Informatieveiligheidscomité. Dat comité kan volgens het akkoord gegevens uit Vaccinnet delen met derden, zoals onderzoeksinstellingen, terwijl dat comité zelf "niet onderworpen is aan een parlementaire controle". "Aan de betrokken personen wordt dus de waarborg van een controle door het parlement ontzegd, zonder dat het recht van de Europese Unie dit oplegt. Het Hof besluit hieruit dat de bekritiseerde machtiging ongrondwettig is", stelt het Grondwettelijk Hof.