Ernstig zieke coronapatiënten die aan het begin van de pandemie hydroxychloroquine kregen voorgeschreven, hadden volgens een Franse overzichtsstudie een 11 procent hogere kans om te overlijden dan mensen die het middel niet kregen. Daaruit volgt dat duizenden mensen destijds zijn overleden aan de bijwerkingen van het medicijn, dat al decennia op de markt was en uiteindelijk niet geschikt bleek om coronapatiënten mee te behandelen.
Hydroxychloroquine (HCQ) leek korte tijd veelbelovend, totdat uit onderzoeken het tegendeel bleek. Ook nadat wetenschappers al ernstige twijfels hadden gekregen, werd het nog aangeprezen door de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump, die zichzelf ermee liet behandelen toen hij het coronavirus had opgelopen.
HCQ werd decennia geleden op de markt gebracht om ziekten als malaria en reumatoïde artritis te behandelen. Dat het middel waarschijnlijk meer kwaad dan goed deed bij opgenomen coronapatiënten, werd in de loop van 2020 steeds duidelijker. Onderzoekers van onder meer de universiteit van Lyon hebben nu op basis van 44 onderzoeken uit zes landen, waaronder Frankrijk, de VS en Turkije, berekend hoeveel toch al ernstig zieke mensen door toedoen van het verkeerde medicijn zijn overleden. Ze komen alleen al in de onderzochte landen uit op zeker 16.990 sterfgevallen in ziekenhuizen.
Het medicijn kan ernstige hartritmestoornissen veroorzaken, vooral bij ouderen soms met verstrekkende gevolgen. De onderzoekers geven toe dat hun onderzoek beperkt is, maar er valt volgens hen wel een duidelijke les uit te leren voor een eventuele volgende pandemie: het onderzoek "illustreert het gevaar" van het inzetten van bestaande medicijnen op basis van weinig bewijs, schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Biomedicine & Pharmacotherapy.