Kinderen die zijn verwekt in medisch centrum Bijdorp in het Nederlandse Barendrecht mogen een vergelijking maken met het DNA van de inmiddels overleden eigenaar van de kliniek, Jan Karbaat. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam beslist.
De kinderen hadden geëist dat ze een vergelijking zouden mogen maken, om zekerheid te krijgen over hun afstamming. Karbaat zou in de kliniek en eerder in een ziekenhuis zijn eigen sperma hebben gebruikt bij inseminaties. Er zouden zeker 47 donorkinderen van de vruchtbaarheidsarts zijn. Omdat die ook nog 22 erkende kinderen had, zijn er zeker 69 nazaten.
DNA-materiaal van Karbaat dat na zijn overlijden is veiliggesteld, mag nu worden vergeleken met dat van de kinderen. Die hoeven daarvoor van de rechtbank niet te wachten op een eventueel hoger beroep, omdat de rechters het belangrijk vinden dat de nazaten snel uit hun onzekerheid worden verlost.
De sterk op elkaar lijkende donorkinderen reageerden opgelucht en emotioneel op het vonnis. Sommige eisers behoren niet tot de zogeheten Karbaatgroep, maar verkeren ook in onzekerheid over hun afstamming.
Volgens de rechtbank is aangetoond dat in de kliniek soms sperma van verschillende donoren werd vermengd en dat in enkele gevallen kinderen in één gezin niet dezelfde biologische vader hebben, ondanks toezeggingen. Karbaat is daarmee tekortgeschoten in zijn zorgplicht, oordeelden de rechters. Bovendien is vastgesteld dat de norm van het maximum aantal kinderen dat één donor mag verwekken - 25 - ruim is overschreden.
De overeenkomsten tussen het DNA van de 'Karbaatkinderen' is vastgesteld na vergelijking met DNA van een wettige zoon van de vruchtbaarheidsarts. De rechters oordeelden dat de weduwe en nazaten van de arts niet in hun goede naam worden geschaad, ook omdat niet is vastgesteld of zij afwisten van de praktijken in de kliniek.