De directeur van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), dat doorgaans kritische rapporten opstelt, vreest voor de onafhankelijkheid van zijn onderzoekers. Door een fusie met andere instellingen en een nieuwe raad van bestuur bestaat het risico op toegenomen politieke druk. "De geldkraan voor een dienst kan worden dichtgedraaid als de rapporten politiek niet goed vallen", zegt directeur Raf Mertens zaterdag aan De Standaard.
Op dit moment lopen onderhandelingen om het KCE met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (Coda) en de Hoge Gezondheidsraad te laten fuseren. "De wetteksten voor de nieuwe structuur zijn bijna klaar. Het is nu duidelijk dat we minder beschermd zullen zijn tegen po litieke druk", zegt Raf Mertens, die uit onvrede deze week de handdoek in de ring gooide en niet niet langer voor het KCE wil onderhandelen over de fusie.
Zijn voornaamste kritiek betreft de nieuwe raad van bestuur van de instelling, die Sciensano zal heten. "Die raad zal voor het grootste deel bestaan uit vertegenwoordigers van overheidsdiensten en -agentschappen die rechtstreeks aan een minister moeten rapporteren. Daaronder ook een vertegenwoordiger van het Federaal Voedselagentschap (FAVV), dat onder Landbouw valt, en iemand van het directoraat-generaal Plant, Dier en Voeding, die ook aan de minister van Landbouw rapporteert. Nochtans heeft de fipronilcrisis pas aangetoond dat het de geloofwaardigheid van een instelling die instaat voor de volksgezondheid, geen goed doet als ze onder Landbouw zit."
De woordvoerster van minister van Volksgezondheid Maggie De Block laat weten dat de fusie kadert in het "one health"-principe, dat ervan uitgaat dat de gezondheid van mens en dier nauw verbonden zijn. "We willen een sterkere instelling bouwen, door de organisaties die deels met dezelfde materie bezig zijn te laten opereren binnen hetzelfde kader", aldus Els Cleemput. "Als we bijvoorbeeld de vogelgriep nemen, een ziekte die wordt overgedragen van dier op mens, hebben we CODA, dat epidemieën opvolgt bij dieren, en het WIV, dat epidemieën opvolgt bij mensen." Indien die twee organisaties nauwer kunnen samenwerken, heeft dat alleen maar voordelen, stelt de woordvoerster.
In De Standaard zegt Cleemput ook dat minister De Block begrip heeft voor mensen die vragen hebben over veranderingen bij het KCE. "Maar het KCE is ervan op de hoogte dat wij grendels hebben ingebouwd in het nieuwe systeem waardoor zij hun onafhankelijkheid behouden voor de onderzoeken die ze uitvoeren." Zo zal door de samenstelling worden toegezien dat de raad van bestuur nog steeds zeer onafhankelijk zal kunnen beslissen, zegt Cleemput nog.