Het is in het belang van de patiënt om kinesitherapie vrij toegankelijk te maken in ons land, zonder doorverwijzing van een huisarts. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Internationale voorbeelden wijzen op de voordelen, klinkt het.
"In België is kinesitherapie momenteel enkel toegankelijk via een doorverwijzing van een huisarts of specialist. Dit in tegenstelling tot vele andere landen, zoals Nederland", zegt professor Erik Cattrysse van de onderzoeksgroep Experimentele Anatomie.
Cattrysse analyseerde data uit landen waar kinesitherapie vrij toegankelijk is. En wat blijkt: er is geen negatieve impact op de kwaliteit van de zorg. "Integendeel, patiënten hebben sneller toegang tot zorg, zonder dat dit leidt tot hogere kosten of overmatig gebruik van kinesitherapie", zegt Cattrysse. Volgens de studie zijn patiënten in landen waar ze direct terechtkunnen bij een kinesist bovendien meer tevreden over de behandeling. Deze aanpak verlaagt ook de werkdruk van huisartsen, klinkt het.
Het vrij toegankelijk maken van kinesitherapie is al langer een punt van discussie in ons land. Al in 2015 pleitte de Federale Raad voor de Kinesitherapie in een rapport aan toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) om de regels te versoepelen. Ontslagnemend minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) investeerde begin vorig jaar 132 miljoen euro in de sector, maar het afschaffen van de doorverwijzing was niet aan de orde.
Tegenstanders van het vrij toegankelijk maken van kinesitherapie wijzen op het kostenplaatje. Maar volgens Cattrysse zouden patiënten net op een verantwoorde manier gebruikmaken van de zorg: overconsumptie is niet aan de orde. "Bovendien zijn onze therapeuten goed opgeleid; indien nodig verwijzen ze patiënten door naar een arts. Ze komen niet in hun vaarwater", besluit Cattrysse.