“The hospital of the future… is a network built around quality of care, organised in multidisciplinary care trajectories, with healthcare professionals, in and outside the hospital, and together with citizens, formerly known as patients …”
(Eric Topol, The Patient Will See You Now)
Deze tekst van dr. Eric Topol is heel inspirerend voor de visie van dr. Luc Harlet, de nieuwe medisch directeur van AZ Delta Roeselare sinds 1 april. Die visie legt hij uit als volgt: “Het ziekenhuis van de toekomst is een patiënt- en vraag-, maar ook data- en waardegedreven organisatie met hoge kwaliteitsverwachtingen en blijvend persoonsgericht. Daarenboven zal het een slimme organisatie zijn, geconnecteerd met de gemeenschap van de ons omringende “smart city”."
“Over 10 jaar zullen we het onbegrijpelijk vinden dat we zo lang aan geneeskunde deden op de huidige manier. Diagnoses worden mee gesteld en behandelingen gekozen aan de hand van algoritmes. Ziekenhuizen zullen een metamorfose ondergaan naar waardegedreven organisaties, ingebed in een lokaal en regionaal ecosysteem en patiënten zullen samen met de artsen aan het stuur zitten.”
“We hebben nood aan meer sensibilisering en tools om artsen en medewerkers op de ICE (Ideas, Concerns, Expectations) van patiënten aan te sturen. Een filosofische shift van de klassieke klinische vraag “What’s the matter?“ naar een holistische interactie : “What matters to you?“. Daarnaast moeten we de stem van patiënten en naasten blijven versterken om onze organisatie bij te sturen.”
“Een essentiële focus zijn onze medewerkers. Velen vallen uit door corona, overbelasting of influenza. Ons ziekenhuis moet de kracht van onze 400 artsen en 4.000 medewerkers nog beter kunnen inzetten!"
“We zagen in de talrijke recente transformaties van de ziekenhuiswereld een onvoorstelbaar engagement en een onvoorstelbare veerkracht van de medewerkers en artsen. De overheid moet blijvend aandacht hebben voor de aantrekkelijkheid van het zorgberoep, ze moet jongeren stimuleren om te kiezen voor een job in de zorg. Dat begint bij een veilige werkomgeving met een cultuur van vertrouwen en transparantie. Daarnaast vormen gerichte aandacht voor een haalbare werkbelasting, een goede taakomschrijving (en afbakening) en een efficiënte werking -zonder onnodige ballast in administratie en besluitvorming- de bouwstenen voor jobtevredenheid en groei.”
Zorgstrategische planning
Verder is de zorgstrategische planning aan de orde. Die kunnen ziekenhuizen sinds 1 april indienen. “We willen die planning begin volgend jaar voorleggen. Binnen dat zorgstrategisch plan vraagt de overheid dat je niet alleen verantwoordelijk bent voor patiëntenzorg, maar ook voor de gezondheid van de burger, verwijst dr. Harlet opnieuw naar Eric Topol. De burger, ‘formerly known as patient’. Dus daarin zit ook het preventieve aspect vervat. Vandaar ook ons zorg- opleidings- en innovatiecentrum RADar.”
“De medische diensthoofden daarbij in positie brengen en valoriseren is essentieel. Zij zijn mee de motor van groei binnen de organisaties in goede afstemming met homologe netwerkdiensten, huisartsen en geestelijke gezondheidszorg.”
“Vandaag beschikken we over technologische zorginnovatie, bionics, e-health, Internet of Things als hefbomen voor deze uitdagingen. De gezondheidszorg moet die gebruiken om de patiënt nog meer te betrekken bij de zorg, bijvoorbeeld door e-services te ontwikkelen, zonder inclusieve en toegankelijke zorg uit het oog te verliezen. Daarin kunnen een lokaal of regionaal ecosysteem van lokale besturen, inwoners, zorgaanbieders, maar ook van ondernemers en kennisinstituten een belangrijke rol spelen. Het ontbreekt deze stakeholders nog wel aan verbinding: zo kunnen we een slim ziekenhuis worden dat geconnecteerd is met de gemeenschap van de ons omringende “smart city”.
“We rise by lifting others”, besluit hij met de woorden van Robert Ingersoll.