Dr. de Toeuf, lid van de ABSyM - BVAS, deelt zijn analyse van de recente begrotingsramingen gepubliceerd door het Riziv en de gevolgen voor de medische sector. "Op 21 oktober kondigde de regering aan dat er geen begrotingsvoorstel zou komen voor 2025. Dit zet een hele reeks beslissingen op de lange baan die cruciaal zijn voor de volksgezondheid”, benadrukt hij meteen. En in het geval van een impasse moedigt hij artsen aan om zich terug te trekken uit het akkoord. “Het is onze enige kans om de vergoedingen naar boven bij te stellen.”

Begin september publiceerde het Riziv zijn technische ramingen voor de voorspelde uitgaven in 2024 en 2025. Volgens deze ramingen wordt de normatieve budgetoverschrijding voor 2024 geschat op 153,768 miljoen euro. Voor 2025 is de verwachte overschrijding 216,800 miljoen euro, rekening houdend met correcties op de gereserveerde bedragen (30,418 miljoen euro) en onderbesteding (114,401 miljoen euro).

“Deze cijfers zijn zorgwekkend”, zegt dr. de Toeuf. “We lopen het risico dat deze budgetoverschrijdingen een nog grotere impact hebben op 2026, met name vanwege de overdrachtseffecten.” Het Verzekeringscomité heeft daarom noodmaatregelen moeten nemen om het tekort aan te vullen.

De inspanning is verdeeld over de sectoren (deelbudgetten) die te veel uitgeven, met uitzondering van de medische centra (8% van het tekort, 6,7 miljoen), die eeuwenlang hebben geprofiteerd van de absolute welwillendheid van opeenvolgende ministers en ziekenfondsen. De farmaceutische sector droeg 113,432 miljoen bij, medische honoraria 73,381 miljoen, tandheelkundige zorg 19,989 miljoen en implantaten 10 miljoen. Binnen de medische honoraria wordt pro rata 68,404 miljoen bespaard voor huisartsen (teleconsulten) en de rest voor beeldvorming en abdominale chirurgie.

De gevolgen van het ontbreken van een budget
De situatie werd ingewikkelder toen het regeringskabinet van de Algemene Raad de voorgestelde begroting voor 2025 niet aanvaardde. “Door het veto van de Open VLD en de onthouding van de MR mislukte het voorstel. Dit betekent dat er geen begroting voor 2025 is van de Algemene Raad, en dit is een gevaarlijke situatie voor de gezondheidszorg”, waarschuwt dr. de Toeuf.

Zonder een begroting die door de Algemene Raad is vastgesteld, is het nu aan de Raad van Ministers om de teugels in handen te nemen. Volgens dr. de Toeuf “blokkeert de Open VLD echter ook elk initiatief van de Ministerraad over lopende zaken. Met andere woorden, de begroting ligt nu in handen van de toekomstige Arizona-regering.”

Twee toekomstscenario's
Geconfronteerd met deze onzekerheid tekenen zich twee scenario's af. In het eerste scenario slaagt de toekomstige regering erin om voor het einde van het jaar een begroting voor 2025 vast te stellen. “Als er voor december een begroting wordt aangenomen, dan worden de nieuwe tarieven in 2025 van kracht”, legt dr. de Toeuf uit. Er zijn echter nog veel onzekerheden: “We weten nog niet of de groeinorm van 2,5% wordt gewijzigd, of de index behouden blijft en welke besparingen worden opgelegd.”

Hij raadt artsen aan om voorzichtig te blijven: “Elke arts zal moeten beoordelen of de nieuwe tarieven verenigbaar zijn met zijn of haar praktijk. Als het budget op 15 december nog niet bekend is, raad ik aan om voor die datum uit de overeenkomst met het Riziv te stappen, zelfs als dat betekent dat er op 31 december een nieuw contract moet worden afgesloten als het definitieve budget aanvaardbaar is.”

Het andere, minder gunstige scenario is dat de regering er niet in slaagt om op tijd een begroting aan te nemen. In dat geval zouden de tarieven voor 2024 van kracht blijven voor 2025, zonder indexering. “Dit zou ernstige gevolgen hebben”, waarschuwt dr. de Toeuf. “Niet alleen zouden de besparingen niet worden gehaald, maar het zou ook het verwachte tekort voor 2026 verergeren.”

Wat moeten we doen als de situatie stagneert?

Tegen deze achtergrond van stagnatie moedigt hij artsen aan om het akkoord op te zeggen. “Dit is onze enige kans om de honoraria naar boven bij te stellen, vooral met het oog op de almaar stijgende praktijkkosten, of het nu gaat om salarissen van personeel, apparatuur of onroerend goed.”

Hij stelt ook een meer directe oplossing voor: “We zouden op zijn minst de index moeten toepassen waar we recht op zouden hebben, namelijk 3,34%. Dat komt neer op ongeveer 1 euro extra per consultatie, waar de patiënt niet failliet aan gaat.”

Hij wijst er echter op dat er bepaalde beperkingen gelden: “Deze verhoging kan niet worden toegepast op VT-patiënten of op zware radiologiediensten (CT NMR PET) die overdag of als spoedgeval worden uitgevoerd. In deze gevallen verbiedt de wet toeslagen en vereist naleving van het officiële tarief. Het tarief is dat van de overeenkomst... of, bij gebrek aan een overeenkomst, het tarief dat als basis wordt gebruikt voor de berekening van de terugbetaling, dus hier in 2024! ”

Dr. de Toeuf besluit met een oproep tot waakzaamheid: “De medische vakbonden zullen alert blijven om het akkoord op elk moment op te zeggen, als de budgettaire situatie niet toelaat om de belangen van de artsen te vrijwaren.”

Lees ook:
> Gezondheidsbegroting: impasse over groeinorm en hervorming ziekenfonds
> “Onvoorstelbaar": gezondheidszorgbegroting 2025 haalt het niet