De Bvas maakt in de aanloop naar de federale verkiezingen haar memorandum bekend. We zoomen in enkele typische actiepunten voor de specialisten.
1 - Medebeheer van artsen in ziekenhuizen en ziekenhuisnetwerken
Het zal een belangrijke verwezenlijking zijn dat het medezeggenschap van de nieuwe medische raden van de netwerkziekenhuizen fors wordt uitgebreid. Als artsen een beslissende stem hebben in het management van de ziekenhuisnetwerken, komt dat de zorgkwaliteit ten goede en daar vaart iedereen wel bij.
De Mayo Clinic en de Cleveland Clinic bij voorbeeld, de twee beste ziekenhuizen van de Verenigde Staten, worden geleid door een arts.
2 - Transparante financiering voor laagvariabele zorg (LVZ)
De overhaast ingevoerde financiering LVZ moet correct en transparant worden georganiseerd om financiële chaos in de ziekenhuisfacturatie te vermijden. De onrechtvaardigheden in het huidige systeem - onder andere het verlies van honoraria in de disciplines pathologische anatomie, radiotherapie, pediatrie en andere – moeten zo snel mogelijk rechtgezet worden.
Bvas vraagt dat de bestaande afspraken over supplementen mogelijk blijven op de forfaitaire honoraria voor laagvariabele zorg. Elke arts heeft het recht om
objectief geïnformeerd te worden over zijn aandeel in de forfaitaire honoraria.
3 - Ereloonsupplementen
Bvas heeft zich in het akkoord artsen-ziekenfondsen van 22.12.2017 geëngageerd voor een ‘standstill’ van de supplementen in 2018 en 2019, op voorwaarde van eenzelfde standstill voor de afhoudingen op de honoraria. Quod non zolang de overheid de financiering
van de ziekenhuizen niet aanpast aan de reële behoeften. Vandaar de vraag van de Bvas voor een genuanceerd beleid inzake de ereloonsupplementen tijdens de volgende legislatuur, wars van het populisme van sommige ziekenfondsen die blindweg alle ereloonsupplementen willen afschaffen, ook in eenpersoonskamers.
4 - Geen monopolie voor UZ’s
UZ’s hebben geen monopolie op innovatie. Nieuwe implanteerbare hartpacemakers exclusief voorbehouden aan de UZ’S bijvoorbeeld, is geen goed idee. Dit niet wetenschappelijke voorstel werd uitgewerkt in een commissie waar de artsensyndicaten nauwelijks vertegenwoordigd zijn en de AZ’s al helemaal niet. In de nieuwe context van ziekenhuisnetwerken komt dit voorstel erop neer dat a priori een supraregionale applicatie wordt toegekend aan de universiteiten. Dat sluit andere ziekenhuisnetwerking uit.
Ook inzake de opleiding van artsen-specialisten mag die niet uitsluitend via de zeven universitaire netwerken van ziekenhuizen verlopen. De universitaire stagemeesters hebben in dat geval alle macht in handen. Zij stellen het stageplan op, geven toestemming voor de specialisatie, zijn de (universitaire) examenjury en ondertekenen het attest voor autonome uitoefening van het beroep. De toegang tot een specialisatie en de opleiding van jonge collegae moet op gelijke basis verdeeld worden tussen universitaire en niet-universitaire stagemeesters.
5 - Tegemoetkoming in de kosten voor informatisering
Voor artsen-specialisten bestaat geen telematicapremie zoals voor huisartsen. Nochtans rekenen ziekenhuizen de kosten voor softwarelicenties door aan de ziekenhuisartsen en worden artsen-specialisten die buiten de ziekenhuizen hun beroep uitoefenen geconfronteerd met de hoge kostprijs van softwarepakketten en het onderhoud ervan. Indien de overheid de gezondheidszorg in snel tempo wenst te digitaliseren, dan is het logisch dat ook specialisten vergoed worden.