Het akkoord artsen-ziekenfondsen 2016-2017 bepaalt dat een individuele arts uit het akkoord kan stappen voor het jaar 2017 als hij of zij dat aangetekend meldde voor 15 december 2016. Tussen 1 november 2016 en 15 december 2016 deden 441 artsen dat. Maar de Bvas 'corrigeert' de cijfers van het Riziv.
De Bvas had zijn leden opgeroepen tot deze individuele 'uitstap' voor 15 december en schatte het potentieel daarvoor in tussen 2.000 en 4.000 artsen (ongeveer 10% van de totale beroepsgroep). Die zouden de minimumdrempel van 25.000 euro per jaar aan Riziv-activiteiten niet halen, of na hun 65ste nog actief zijn. Bij het ASGB was men ook 'verbolgen' over de houding van de regering terzake, maar men wou niet zo ver gaan dat de tariefzekerheid op de helling kwam. Beide syndicaten sluiten verdere acties trouwens niet uit.
Wat de 'uitstappers' betreft, ziet het plaatje er als volgt uit:
- 101 huisartsen (40 Vlaams gewest, 48 Waals gewest, 15 Brussel)
- 340 artsen-specialisten (209 Vlaams gewest, 92 Waals gewest, 39 Brussel)
121 artsen zijn ouder dan 65 jaar.
Procentueel stijgt het aantal gedeconventioneerde artsen van 16% naar 16,82%.
Het syndicaat geeft toe dat minister De Block niet wakker zal liggen van de 1%-stijging bij de deconventie. Maar "het aantal artsen dat het Riziv kent, varieert van dag tot dag. Dus ook het aantal geconventioneerde en gedeconventioneerde artsen. In feite had het Riziv de situatie moeten vergelijken tussen het moment van het aanvaarden van het akkoord op 2 maart 2016 en 19 december 2016. De waarschuwingen van de Bvas dateerden al van vóór de arbitraire datum van 1 november 2016 die het Riziv voor zijn telling van het aantal gedeconventioneerden gebruikte.
En dan gaat het om 628 collegae of 22,3% van degenen die volgens de Riziv-gegevens in 2015 de minimumactiviteitsdrempel niet haalden.
Voor de Bvas is dit geen detail maar het bewijs van een misplaatste besparingsmaatregel die honderden artsen treft die zich – tot het bewijs van het tegendeel – voor de gezondheidszorg inzetten.