De rechter sprak zich uit over de zaak van een neergestoken huisarts in Den Haag eerder dit jaar. Hij constateerde dat er sprake is van een poging tot doodslag op de huisarts, die zich in februari bekommerde om de 39-jarige patiënt en hem een helpende hand wilde bieden. De rechter volgde volledig de eisen van het Openbaar Ministerie dat een zware straf vroeg.
De arts was een zogenaamde waarnemer of vervangarts. Hij werd neergestoken in een huisartsenpraktijk in Den Haag (praktijk Zuiderparken Huisartsen). Kort na de steekpartij werd een 38-jarige verdachte aangehouden met hulp van getuigen. De zaak doet denken aan die van de betreurde Patrik Roelandt bij ons, met dit verschil dat deze huisarts de aanval overleefde. Niettemin is twijfelachtig of hij geen blijvende schade aan het voorval overhoudt. De praktijk, met drie vaste huisartsen, was in eerste instantie gesloten na het incident.
Het Openbaar Ministerie vroeg de terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging voor de aanvaller en een aanzienlijke schadevergoeding. De rechter veroordeelde hem tot tbs en een schadevergoeding van 76.000 euro betalen aan de huisarts voor vergoeding van materiële en immateriële schade.
In de behandelkamer
Volgens de rechter is er sprake van een poging tot doodslag op de huisarts en pleegde de agressor een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van de huisarts in kwestie, dokter Zieren. Hij bracht hem pijn en ernstig letsel in buik en arm toe, wat tot diens dood had kunnen leiden. Verzwarende omstandigheid was dat dat alles gebeurde in de vertrouwelijkheid van de behandelkamer. In het vonnis wordt ook vermeld dat het ‘nog maar zeer de vraag is’ of Zieren ‘ooit weer als huisarts aan het werk kan en wil’, en dat hij ‘geestelijk en lichamelijk blijvend herinnerd zal worden aan die ene dag’.
Enkel over de kwestie of het ging om moord met voorbedachte rade had de rechter zijn twijfels. Nochtans had de aanvaller een mes meegenomen naar de spreekkamer, maar toch was dat voor de rechter geen voldoende bewijs van voorbedachtheid omdat hij in die tijd elke dag een mes bij zich gedragen zou hebben. Daarnaast bleek ook dat de veroordeelde op het moment van de aanval in een ernstige psychotische toestand verkeerde door schizofrenie en alcohol- en cannabismisbruik. Hij was dus volledig ontoerekeningsvatbaar volgens experts. Die achten de kans op herhaling groot.
Gedurende jaren stapelde hij een vorm van frustratie op omdat hij zich zogezegd onbegrepen voelde door de hulpverlening en overheidsinstanties. Zijn woede werd nog aangewakkerd toen hij net voor het bezoek aan de huisarts vernam dat hij geen uitkering kreeg.
De huisarts zelf toonde zich opgelucht met de uitspraak.