Een grootschalig internationaal onderzoek ging in op deze vraag. Wetenschappers van de Universiteit van Pennsylvania (VS) analyseerden in totaal 1.535 gegevens van 8.000 tot 6.000 jaar oude skeletten uit Europa. De vondsten kwamen uit het noorden van Centraal-Europa, het zuiden van Centraal-Europa, de Balkan en het Middellandse-Zeegebied.
De onderzoekers onderzochten het aDNA (ancient deoxyribonucleic acid) om groeipotentieel, voeding, tekenen van tekorten en ziekten te analyseren. Ook de skeletten werden opgemeten.
Hoge omgevingsstress
Conclusie: Milieu-invloeden, stress, voeding, ziekten en culturele factoren zijn verantwoordelijk voor de beperkte lichaamsgroei. Het onderzoek identificeert ook voor het eerst welke factor doorslaggevend was in verschillende regio's van Europa.
De resultaten van het onderzoek toonden aan dat er in Noord-Centraal Europa een hoog niveau van omgevingsstress bestond voor beide geslachten, maar dat vrouwen kleiner waren ondanks dezelfde invloeden. Dat komt waarschijnlijk doordat mannen door culturele omstandigheden beter in staat waren om te herstellen van stress dan vrouwen, omdat andere factoren konden worden uitgesloten. Het genetische groeipotentieel is voor beide geslachten gelijk.
In de onderzochte periode moesten mensen doorheen heel wat aanpassingsprocessen met zeer verschillende klimatologische omstandigheden in Midden-Europa. In de loop van deze aanpassingsprocessen gaan de auteurs ervan uit dat mannen die zware arbeid konden verrichten, bijvoorbeeld op het land, werden bevoordeeld en dat schaarse middelen bij voorkeur werden geïnvesteerd in mannelijke nakomelingen.
Verschillen met de situatie in het Middellandse-Zeegebied
Het verschil tussen de seksen is kleiner in de geanalyseerde mediterrane skeletten, wat suggereert dat er geen culturele factoren waren die mannelijke individuen beter beschermden tegen de effecten van stress.
De logica: in het Middellandse-Zeegebied was, net als nu, het klimaat gematigder en waren de natuurlijke hulpbronnen overvloediger, wat betere omstandigheden voor landbouw en minder zware arbeid betekende. Het was niet nodig om mannen te bevoordelen, aldus experts.
Over het algemeen zijn mannen tegenwoordig gemiddeld 1,80 meter lang en vrouwen 1,70 meter. Volgens wetenschappelijke berekeningen zouden mensen in de toekomst een gemiddelde lengte van 1,90 meter kunnen bereiken onder optimale milieuomstandigheden en met een gezond dieet. Maar in werkelijkheid kunnen de omstandigheden voortdurend veranderen.