In mei 1999 - een kwarteeuw geleden dus - brak de dioxinecrisis uit, het grootste voedselschandaal dat ons land ooit gekend heeft. Velen zullen de beelden van toen nooit vergeten. Kipwagens die duizenden afgemaakte dieren uitkieperden, en eieren en vlees die massaal uit de winkelrekken werden gehaald. Kranten en televisiejournaals hadden het wekenlang over niets anders dan dioxines en PCB's.
De problemen waren al eerder begonnen, in januari 1999. Pluimveehouders merkten dat hun kippen minder eieren legden. De eieren werden ook minder uitgebroed, kuikens kregen de schaal niet doorgeprikt.
Uit onderzoek bleek dat dierenvoer was verontreinigd met dioxines. Meng- en veevoederbedrijven hadden gesmolten vet geleverd gekregen dat ook technisch vet bevatte, wellicht afkomstig uit containerparken waar motorolie was terechtgekomen bij weggegooide frituurolie.
Maar pas op 27 mei van dat jaar kwam het nieuws naar buiten, na een reportage door de VRT. Kankerverwekkende dioxines waren in de voedselketen terechtgekomen. De dioxinecrisis brak uit. Een dag later vraagt toenmalig minister van Volksgezondheid Marcel Colla aan de supermarkten alle kippen en eieren uit de rekken te halen. Enkele dagen later blijkt ook de varkenssector getroffen.
De gevolgen waren groot. Boerderijen worden geblokeerd, zeven miljoen kippen en 60.000 varkens worden preventief geslacht. Omdat gevreesd werd dat blootstelling aan besmette producten tot kanker zou kunnen leiden, werd de export van Belgische zuivelproducten en Belgische kippen, varkens en runderen naar verschillende landen een tijdlang verboden.
Politiek zijn er ook gevolgen, ook al omdat België naar de stembus gaat dat jaar. Op 1 juni bieden Colla en minister van Landbouw Karel Pinxten hun ontslag aan uit de regering-Dehaene II. Hun kabinetten hadden te lang geaarzeld om de bevolking te waarschuwen. Twaalf dagen later vinden de verkiezingen plaats. Voor het eerst in ruim veertig jaar moeten de christendemocraten naar de oppositiebanken, en voor het eest komen groene partijen - Ecolo en Agalev - in de regering. De eerste regering-Verhofstadt is een feit.
In de nasleep van de dioxinecrisis wordt in 2000 het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) opgericht, dat toezicht moet houden op de hele voedselketen. Het nieuwe agentschap moet een einde maken aan de versnipperde controles en moet de bestaande diensten die moeten waken over de kwaliteit van het voedsel, centraliseren.
De gevolgen op de gezondheid - uiteindelijk kwam via vervuild vet 50 kilogram PCB's en 1 gram dioxine in de voedselketen terecht - zijn minder duidelijjk. Onderzoek door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid uit 2004 toonde aan dat de effecten minimaal waren. Andere wetenschappers waarschuwden voor een toename van kankers, diabetes en hoge bloeddruk.
Juridisch sleepte de dioxinecrisis vele jaren aan. Uit onderzoek bleek dat de besmetting haar oorsprong vond bij het bedrijf Verkest in Deinze en bij het Waalse Fogra. Het bedrijf Fogra leverde met giftige PCB's besmette vetstoffen aan Verkest, die het aan de veevoederbedrijven verdeelde. De Verkests leverden zogezegd gesmolten dierlijk vet aan meng- en veevoederfabrikanten, terwijl het om een mengsel van dierlijk en technisch vet ging.
Jan en Lucien Verkest werden later schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken en bedrog in koopwaar. Het hof van beroep in Gent veroordeelde hen in 2010 tot twee jaar celstraf, waarvan de helft met uitstel. Jacques en Jacqueline Thill van Fogra, in eerste aanleg veroordeeld tot elk een jaar cel met uitstel, kregen in beroep alleen een geldboete opgelegd. De zaak rond de schadevergoeding loopt nog steeds.