Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) ontkent dat er sprake is van een massale deconventionering van artsen. "Wie dat beweert, doet aan stemmingmakerij", verklaarde de minister in de Kamer. Hij haalde daar ook fors uit naar woordvoerder Stefaan Hanson van het Verbond van Vlaamse Tandartsen (VVT).
Vandenbroucke kreeg in de bevoegde Kamercommissie een reeks vragen voorgeschoteld over het akkoord tussen de artsen en de ziekenfondsen - het Medicomut-akkoord. Dat stond onder druk, nadat artsensyndicaat Bvas ermee had gedreigd eruit te stappen. Gisteravond werd de lont echter uit het kruitvat gehaald.
Twistappel voor Bvas was zoals bekend de wet diverse bepalingen inzake gezondheidszorg die op 9 december 2022 in het Staatsblad verscheen. De vakbond vond dat minister Vandenbroucke daarin unilateraal een algemeen verbod had ingevoerd op ereloonsupplementen in de ambulante zorg bij patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming.
Wél overleg, geen massale deconventionering
De minister ontkende dat over dat wetsontwerp geen overleg is geweest. Dat heeft volgens hem op 27 juni plaatsgevonden in de medicomut, waar Bvas een negatief advies heeft geuit. Maar om dat uit te voeren, moet er nog een KB worden geschreven, dat ook zal worden voorgelegd aan de medicomut. Het overleg zal plaatsvinden in 2023 en de uitvoering is ten vroegste voor 2024, luidde het.
Hij weerlegde meteen dat er sprake is van een massale deconventionering. Dat komt erop neer dat artsen uit dat akkoord met de ziekenfondsen stappen, waardoor ze vrij tarieven kunnen aanrekenen. "Mensen die dat vertellen, zijn totaal niet representatief voor de artsen op het terrein", klonk het fors. "Wie dat beweert, beledigt de bijna 90 procent artsen die geconventioneerd zijn en zich aan de afspraken houden."
Vandenbroucke legde uit dat wie zich wil deconventioneren, dat voor 15 december moet laten weten. Van de 57.555 artsen die in aanmerking komen, hebben er 755 laten weten dat ze uit het akkoord willen stappen. "Het gaat om 1,3 procent, dat is niet bepaald massaal", luidde het. "Dit ligt in lijn van wat je elk jaar ziet. Daardoor komt het totaal op 13,55 procent - "perfect vergelijkbaar met 2020 en 2021." Hij merkte op dat wie geconventioneerd is en de derdebetalersregeling toepast, niet zomaar enkele euro's extra mag vragen.
'Klaagcultuur'
Opvallend was ook zijn uithaal naar Stefaan Hanson van het Verbond van Vlaamse Tandartsen. Die had zich aangesloten bij de kritiek van Bvas. "Ook wij zijn van mening dat ook patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming de behandeling moeten kunnen krijgen die zij verkiezen en daarvoor moeten mogen bijbetalen als zij dat zelf willen", zei Hanson maandag. Volgens hem dreigen de financieel zwakkere patiënten zo immers juist een minder kwaliteitsvolle zorg te krijgen.
"Hanson heeft juridisch geen poot om op te staan als hij ermee dreigt de conventie op te zeggen", aldus Vandenbroucke. "Men moet ophouden met dit soort klaagcultuur dat men zo onderbetaald is dat men moet supplementen mogen vragen aan arme mensen."
Hij riep Hanson op "even in de spiegel te kijken." Daarbij verwees de minister naar de investeringen in tand- en mondzorg. Het budget daarvoor is tussen 2020 en 2023 gestegen van 1,035 miljard euro naar 1,276 miljard euro. Op 3 jaar tijd gaat het om een groei met ruim 23 procent, ofwel 10 procent zonder de inflatie, "in een economie die ongeveer tot stilstand is gekomen", voegde hij er aan toe.
Ivoren toren
Frieda Gijbels (N-VA) was niet te spreken over het antwoord van de minister. "U kijkt vanuit uw ivoren toren naar het algemene percentage, maar van de individuele disciplines hebt u totaal geen idee." Ze noemde de uithaal naar Hanson bovendien "gemeen." "Hij heeft alle reden om verontwaardigd te zijn", vond Gijbels. Haar partijgenote Kathleen Depoorter weerlegde dat er sprake is geweest van overleg. "U hebt toegelicht en akte genomen van een negatief advies", luidde het. Volgens Depoorter werkt de minister een geneeskunde met twee snelheden in de hand.