Er rijzen op deontologisch vlak meerdere vragen over de ontstane driehoeksverhouding patiënt-fertiliteitscentrum-lokale arts en de samenwerking tussen artsen op afstand. Belgische arts kunnen beter vooraf een duiidelijke prijsraming opmaken misverstanden te vermijden. Dat zegt de Orde in een recent advies.
Om de kosten te drukken, kiezen sommige patiënten voor een gedeelde zorg verstrekt door hun behandelende gynaecoloog in hun thuisland en een Belgisch fertiliteitscentrum. De orde zet drie factoren op een rijtje.
1. Zorgkwaliteit
De Belgische fertiliteitscentra zijn onderhevig aan strenge kwaliteitseisen (KB van 15 februari 1999 over erkenningsnormen zorgprogramma's "reproductieve geneeskunde" en wet van 6 juli 2007 over de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten).
Om een zelfde kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren zijn duidelijke afspraken en richtlijnen nodig voor opvolging van de patiënt. De artsen moeten permanent bereikbaar zijn om misverstanden bij de interpretatie van de resultaten en de daaraan gekoppelde therapie te voorkomen.
2. Doorgeven van medische gegevens
Medische gegevens en behandelingsschema’s voor patiënten kunnen elektronisch gedeeld worden als de afzender en de bestemmeling de nodige veiligheidsmaatregelen treffen, zoals toegang met een login en een performant paswoord.
3. Remuneratie
Artsen kunnen een billijke remuneratie vragen voor het werkelijk gepresteerde werk. De wet van 22 augustus 2002 over de rechten van de patiënt legt in artikel 8, § 2, de Belgische arts op om vooraf een prijsraming op te maken alvorens de patiënt zijn geïnformeerde toestemming kan geven.
P.S.