Medisch begeleide voortplanting wordt grondig hertimmerd

Een wetsvoorstel medisch begeleide voortplanting (MBV) van Frieda Gijbels en partijgenoten Lotte Peeters en Kathleen Depoorter (N-VA), dat vorige week werd ingediend in de Kamer, wil de wet van 6 juli 2007 over MBV grondig wijzigen. Daarin speelt een op te richten Bewaar- en Beheersinstituut voor Donorgegevens (BBID) een sleutelrol.

Dit wetsvoorstel spoort deels met een versoepeling in de wetgeving voor het gebruik van gameten en embryo’s, binnen het kader van het wetsontwerp van minister Vandenbroucke (Vooruit) van 1 juni 2023. Onlangs maakte de minister ook bekend dat hij kiest voor een gedoogbeleid: anoniem zaad- of eicellen doneren hoeft niet meer. Een fertiliteitscentrum dat werkt met identificeerbare zaad- en eiceldonoren zal geen sancties meer krijgen. 

Niet-anonieme donatie

Het huidige wetsvoorstel wijzigt de bestemming van overtallige embryo’s en gameten. Het introduceert het principe van niet-anonieme donatie en richt een Bewaar- en Beheersinstituut voor Donorgegevens (BBID) op. Het verandert zo het evenwicht dat tot op vandaag in de Belgische wet gehandhaafd werd tussen de grondrechten – meer bepaald het recht op het privéleven – van de donoren enerzijds en van het donorkind anderzijds, maar eveneens van de wettelijke ouders. Het wil het kind centraal stellen in de afweging rond MBV  met donatie.

De aanleiding voor dit wetsvoorstel is de evolutie in de veranderende maatschappelijke opvattingen over het belang van alle betrokken partijen. Bovendien ligt het wetsvoorstel in lijn met een recent arrest van het Grondwettelijk Hof dat de huidige anonieme donatiepraktijk als ongrondwettig beschouwt omdat het een absolute prioriteit geeft aan de belangen van de donor ten koste van het kind. Het Hof handhaaft de gevolgen van de huidige wetgeving evenwel tot de inwerkingtreding van nieuwe bepalingen, en ten laatste tot 30 juni 2027.

Onafhankelijk BBID onder bevoegdheid van minister

Het wetsvoorstel van Frieda Gijbels en collega’s voorziet in de oprichting van een volledig onafhankelijk BBID, dat onder de bevoegdheid van de minister zal vallen. Een multidisciplinair bestuurscomité zal het BBID besturen. Daarin vertegenwoordigers van fertiliteitscentra, psychologen, juristen, ethici en pedagogen. Het instituut zal tweejaarlijks rapporteren aan de Kamer.

Het BBID krijgt drie kerntaken:

  • Gegevens bewaren en beheren van donoren die fertiliteitscentra doorgeven;
  • Mogelijk maken dat bepaalde persoonsgegevens van de donor worden meegedeeld aan het donorkind (vanaf een bepaalde leeftijd of blijk van onderscheidingsvermogen) of aan de ouders. Men voorziet een regeling voor zowel niet-identificeerbare als identificeerbare gegevens. Voor donaties voordat de wet in werking treedt, bouwen de indieners van het voorstel een overgangsregeling in;
  • Degelijke voorlichting en begeleiding verzorgen van de verschillende betrokkenen: het kind, de wensouder(s) en de donor. Het instituut zal ook informatie verzamelen over genetische afwijkingen.

Fertiliteitscentra zullen worden verplicht om sommige gegevens van donoren te registreren en binnen 24 weken na de kunstmatige donorbevruchting aan het BBID te bezorgen: medische gegevens, fysieke kenmerken, sociale achtergrond, persoonlijke kenmerken en identificerende gegevens zoals naam, geboortedatum, nationaliteit, woonplaats en rijksregisternummer. Ook data van de ontvanger en het donorkind worden verzameld.

Toegang tot medische gegevens

Het wetsvoorstel regelt wie welke gegevens kan opvragen. Zo kan een behandelend arts logischerwijze toegang hebben tot de medische gegevens. Hij of zij moet uiteraard een blik kunnen werpen op de medische gegevens van de donor. Daarnaast kan een kind dat 12 jaar of ouder is, zowel de medische gegevens als de niet-identificerende gegevens inwinnen. De ouders van het donorkind worden wel op de hoogte gebracht dat deze info wordt meegedeeld aan hun kind voor zover  de minderjarige jonger is dan 16 jaar. Is het kind nog jonger dan 12 jaar, dan kunnen de ouders of één van hen, de medische en de niet-identificerende gegevens opvragen.

Identificerende gegevens kan een donorkind ouder dan 16 jaar inwinnen.  De donor krijgt 30 dagen de tijd om hiertegen schriftelijk bezwaar aan te tekenen, waarna het BBID een belangenafweging maakt. Ook halfbroers en -zussen kunnen onder bepaalde voorwaarden informatie opvragen. De donor zelf kan informatie inwinnen over het aantal kinderen dat met zijn materiaal is verwekt.

De overgangsregeling specificeert dat niet-identificerende gegevens kunnen worden vrijgegeven, maar identificerende gegevens komen enkel vrij met de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de donor.

De wet zal volgens de indieners van het voorstel naar verwachting één jaar na publicatie in het Belgisch Staatsblad in werking treden, maar alleszins uiterlijk op 1 juli 2027. 

> Koen Traen blijft voorzitter Vlaamse gynaecologen

> Impact sociale media op gynaecologie fel onderschat

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.