Meer dan een derde van de huisartsen gebruikt vandaag al een elektronisch attest. Dat meldt het Nationaal Intermutualistisch College (NIC) woensdag. Het NIC is voorstander van het attest omdat het zorgt voor een serieuze administratieve vereenvoudiging voor de patiënt.

Het eAttest laat toe dat huisartsen de getuigschriften voor verstrekte hulp van hun patiënten elektronisch en onmiddellijk naar het ziekenfonds van de betrokken patiënt kunnen doorsturen. De arts overhandigt aan de patiënt een bewijsstuk met een nummer vanwege het ziekenfonds dat geldt als ontvangstbevestiging van dit attest, evenals het te betalen bedrag en het bedrag van het honorarium. De patiënt hoeft dus geen verdere stappen meer te ondernemen om een terugbetaling te krijgen, die het ziekenfonds automatisch uitvoert.

Het eAttest is momenteel nog niet verplicht. "Om van al deze voordelen te kunnen genieten, doen patiënten er goed aan om hun huisarts te vragen naar het gebruik van eAttest. Patiënten zullen ook meer informatie vinden op de website van het Riziv of op de website van hun ziekenfonds", aldus het NIC, dat toevoegt dat alle softwarepaketten die door Belgische huisartsen worden gebruikt erkend zijn om het eAttest aan te bieden.

Eind juni, hadden al bijna 4.000 huisartsen (circa 1 op de 3) gebruik gemaakt van het attest; sinds begin januari zijn al meer dan 1.5 miljoen elektronische attesten verzonden en verwerkt. "De ziekenfondsen ontvangen momenteel veel positieve signalen van artsen en hun leden over dit nieuwe elektronische circuit", aldus nog het Intermutualistisch College.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) is tevreden dat het gebruik van het eAttest in de lift zit. "Uit bevragingen blijkt dat de overgrote meerderheid van de patiënten voorstander is van dit systeem, omdat ze zo niet langer papieren moeten rondbrengen en ze hun geld sneller terugkrijgen", aldus de minister. Ze wijst erop dat het attest ook voor de huisartsen een serieuze stap vooruit betekent. "Ze zien hun administratieve last verminderen en kunnen daardoor meer tijd besteden aan de zorg voor hun patiënten. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het gebruik van deze toepassing de komende maanden verder zal toenemen", zegt ze.