De UHasselt ontwikkelt met HeartHab een nieuwe app die hartpatiënten meer motiveert om te revalideren. "Onze eerste onderzoeksresultaten tonen dat hartpatiënten hun revalidatie beter volhouden dankzij de gebruiksvriendelijke app, en dat is veel beter voor hun gezondheid", zegt doctoraatsonderzoekster Supraja Sankaran, die de app ontwierp. Dat meldt UHasselt donderdag in een persbericht.
Na een plots hartprobleem moeten patiënten na de behandeling revalideren, meestal in een revalidatiecentrum in het ziekenhuis. Wanneer die begeleiding stopt, vallen veel patiënten echter terug in oude en vaak slechte gewoontes. Dat vormt een probleem, want te weinig revalidatie verhoogt het risico op een tweede hartfalen. Daarom heeft UHasselt samen met HeartHab een app ontwikkeld die de revalidatie van hartpatiënten niet alleen monitort en de gegevens doorstuurt naar de artsen, maar de patiënten ook uitdaagt om hun revalidatie vol te houden.
"Symbolen laten zien hoe de patiënt vooruitgaat in de revalidatie en vlagjes tonen welk doel de patiënt deze week nog moet halen", zegt dr. Supraja Sankaran. "Om meer zin te krijgen om te bewegen mag de patiënt ook zelf kiezen welke sport hij wil uitoefenen tijdens zijn revalidatie, aangezien verschillende bewegingstypes kunnen geregistreerd worden in de app."
Omdat de gegevens tijdens de revalidatie naar de arts worden doorgestuurd, kan de patiënt ook beter opgevolgd worden. De arts krijgt namelijk een overzicht van bijvoorbeeld de bloeddruk, het insulineniveau of de cholesterolwaarden van de patiënt. Wanneer er iets mis is, krijgt de dokter automatisch een waarschuwing op zijn computer en kan hij contact opnemen met de patiënt. "Resultaten na enkele maanden studie in samenwerking met ReGo, het hartrevalidatiecentrum van Jessa Ziekenhuis, tonen indicaties dat de deelnemende hartpatiënten er medisch op vooruitgaan én dat ze langer gemotiveerd zijn om hun revalidatie vol te houden", stelt vicerector Karin Coninx. "De volgende stap zal zijn om deze app op grotere schaal uit te testen en daarna in de klinische praktijk te brengen."