Namens de Belgian College of Emergency Physicians (BeCEP) reageert voorzitter Jan Stroobants op de commotie die ontstond na het onderzoek van de Riziv-inspectie bij de spoeddiensten. Daaruit zou blijken dat in heel wat spoeddiensten 'creatief' wordt omgesprongen met de facturatie van prestaties.
"Dat, naast de ziekenhuizen in het algemeen, de spoedgevallendiensten in het bijzonder ondergefinancierd zijn, is bij de overheid en in de sector een bekend gegeven. Daarbij is de regelgeving voor de nomenclatuur (hoe prestaties kunnen aangerekend worden) nog eens danig ingewikkeld. Om te kunnen overleven en toch de zorg te bieden die nodig is, wordt de facturatie optimaal uitgevoerd door de ziekenhuizen binnen het wettelijk kader. Dezelfde medische handelingen die noodzakelijk zijn om acute patiënten te helpen, kunnen soms wel en soms niet worden aangerekend, afhankelijk van wie ze verricht of de verantwoordelijkheid neemt, van waar de patiënt komt en waar de patiënt uiteindelijk naartoe moet. Een feit is alleszins dat alle patiënten op de spoedgevallendiensten, ondanks deze moeilijkheden, maar dank zij het professionalisme van het hele spoedgevallenteam, alle acute zorg krijgen die noodzakelijk is."
"Om in de warboel van regelgeving en de daaruit voortvloeiende problemen enige orde te brengen, heeft de beroepsvereniging van spoedartsen (BeCEP) in 2012 al aan het RIZIV een voorstel gedaan om op een eenvoudige en transparante manier alle elementen in beschouwing te nemen die een verantwoorde kostendekking moeten garanderen. Voorlopig is er nog geen positieve reactie gekomen die het moet mogelijk maken om hierop verder te werken. De voorstellen zijn ondertussen ook al overgemaakt aan het Kenniscentrum (KCE) om dit denkspoor, na kritische evaluatie, mee in overweging te nemen bij hun aanbevelingen. Wij stellen overigens vast dat onze voorstellen van toen volledig in overeenstemming zijn met wat de huidige overheid beoogt."
"Wij kijken uit naar een constructieve en leefbare oplossing voor onze spoedgevallendiensten ten behoeve van de bevolking en zullen ons zeer meewerkend opstellen als we ook aan de onderhandelingstafel worden uitgenodigd. Dat laatste lijkt ons alleszins zeer noodzakelijk. Al was het maar om ervoor te zorgen dat er een realistischer beeld wordt geschetst van de urgentiegeneeskunde en de indianenverhalen die de sector onterecht in een slecht daglicht stellen, tot hun ware proporties worden herleid. Zo lazen we onlangs nog in het nieuwe officiële rapport van de planningscommissie, samengesteld uit info uit diverse overheidskanalen, de kanttekening dat de urgentiegeneeskunde verantwoordelijk was voor de overschrijding van het budget van de nieuwe reanimatienomenclatuur van 2012 met 40 miljoen euro. Het Riziv had dit aanvankelijk ook zo verondersteld en zelfs maatregelen uitgevaardigd, maar is na onderzoek in de Technisch Geneeskundige Raad tot de conclusie gekomen dat de overschrijding helemaal niet bij de spoedgevallendiensten zat. Helaas is dat niet doorgedrongen tot de bevoegde overheidsinstanties, die op basis van achterhaalde informatie beleidsplannen moeten uitstippelen", aldus BeCEP-voorzitter Jan Stroobants.
In onze papieren editie van deze week meer over het rapport, met enkele duidende opmerkingen van De Specialist die in dezelfde richting gaan.