Guy Verhulst, bestuurslid VBS, spreekt aanstaande zaterdag op het VBS-congres over zijn discipline, de gynaecologie. Wat staat haar te wachten en hoe kijken de gynaecologen aan tegen de op til zijnde hervorming van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering?
“Ik zal de kwestie bekijken of gynaecologen best privé werken dan wel in het ziekenhuis en daarnaast verstop ik niet dat we inzake nomenclatuur slecht bedeeld zijn. De loonkloof tussen specialisten onderling is groot. Er zijn verschillen van 1 op 6. Wij zitten in de P25 (laagste kwart) van loon. Als je vergelijkt met andere specialisten die even lang gestudeerd hebben is dat frustrerend. Vandaar dat het deconventiepercentage bij de gynaecologen erg hoog ligt.”
“Dat gynaecologen vaak een privépraktijk openen, heeft te maken met het feit dat de mensen er minder lang moeten wachten, dat je voor gynaecologische ingrepen geen stagiair bij jou hebt -wat in ziekenhuizen vaak wel het geval is-, wegens de toegankelijkheid en de bereikbaarheid. Onze band met de patiënt is ook hechter dan die van diverse andere specialismen.”
“Voor vele gynaecologen is het op zich geen doel om meer te verdienen in de privépraktijk. Als je de apparatuur en andere kosten rekent, dan betalen we daarvoor zowat evenveel als wanneer je in een ziekenhuis zou werken. De meeste ziekenhuizen hebben ook onvoldoende infrastructuur om alle gynaecologen die aan het ziekenhuis verbonden zijn, daar te laten consulteren. Dat maakt dat zowat driekwart van de vrouwenartsen een privépraktijk heeft. Gynaecologie is geen specialisme dat voor raadplegingen zwaar moet investeren in infrastructuur of materiaal. We kunnen weinig technische prestaties leveren.”
De jongere gynaecologen, zo luidden getuigenissen van een tiental jaren geleden, vonden nog moeilijk werk in hun sector. Of nog zo is?
“Enkele jaren terug hebben we alle ziekenhuizen eens gebeld met de vraag hoeveel vacatures voor gynaecologie er te verwachten waren in een periode van vijf jaar. Bleek dat het ging om iets in de grootte-orde van 80. En we wisten dat er toen ongeveer dubbel zoveel gynaecologen op de markt zouden komen. Vandaar toen enkele maatregelen om het aantal gynaecologen in opleiding te beperken.”
“Maar nu verrast het ons wat dat een aantal vacatures niet meer opgevuld wordt. Dit jaar komt wel de dubbele cohorte op de markt zodat het aantal sollicitanten weer groeit. Waarom er toch geen teveel is? Waarschijnlijk speelt ook de vervrouwelijking van het beroep mee: de gemiddelde gynaecoloog vandaag heeft niet meer het werkrooster van een fulltime of meer per week. Maar we zijn zelf toch ook verrast dat er geen overschot aan vrouwenartsen is in de praktijk. Een substantieel deel van de mensen in opleiding stopt ook, omdat het te zwaar is of niet te combineren met het gezin.”
Mannelijke gynaecologen hebben het moeilijk?
“Ooit raakte wel bekend dat enkele (mannelijke) gynaecologen hun toevlucht zochten buiten de sector. Ze hadden zelfs een carrièreswitch gemaakt naar een tuincentrum of de toeristische sector. Maar daar stel ik me toch vragen bij. Sowieso wordt het heel moeilijk voor mannelijke allround gynaecologen om nog ergens aan de bak te geraken. De weinige mannelijke vrouwenartsen die er nog zijn, worden bijna verplicht om een subspecialisme te nemen. De jongere generatie vrouwen gaat voor een eerstelijnsconsultatie of algemeen onderzoek niet meer graag naar een mannelijke gynaecoloog, horen wij.”
Loonkloof gelijker trekken
“We hopen dat het project Pirson-Leclercq (over het zuiver honorarium, red.) zijn vruchten afwerpt. Die professoren hebben schitterend werk geleverd, nu al jaren. Maar de laatste fase die moet uitmonden in maatregelen is de politieke fase en dan moeten we nog zien of de loonkloof tussen wie veel en weinig verdient, vermindert.”
“Om die loonkloof wat gelijker te trekken, zijn er drie mogelijkheden: iedereen gaat richting niveau van het hoogste, of iedereen naar het niveau van het laagste, of men vindt elkaar ergens in het midden. In twee van de drie scenario’s moeten mensen geld inboeten…”
“We gunnen het project Pirson-Leclercq over de heroriëntering van de honoraria op dit moment het voordeel van de twijfel. Aan hun project hebben we goed meegewerkt. We zijn benieuwd naar het resultaat. Maar het moment nadert dat de politiek in verkiezingsmodus raakt.”
“In een volgende legislatuur die dit zal finaliseren, moet de nieuwe minister van Sociale Zaken zich waarschijnlijk weer wat inwerken, maar we blijven gematigd optimistisch.“
> VBS-congres over herzieining nomenclatuur en zorglandschap: zie agenda.
> Het dagziekenhuis en de impact op de financiering (Donald Claeys)