De Koninklijke Academie voor Geneeskunde (KAG) trekt ten strijde tegen een lijk dat nog uit de kast valt van Laurette Onkelinx: het KB van 23 augustus vorig jaar. Dat heft een duidelijke opsplitsing op tussen de bevoegdheden van basisartsen en artsen met een bijkomende beroepsopleiding. De dubbele cohorte afgestudeerden in 2018 zet het dossier op scherp.
Het overgrote deel van de afgestudeerde artsen wil in de praktijk staan en kiest ervoor om huisarts of specialist te worden. Dit kan pas na een bijkomende beroepsopleiding. Tijdens deze opleiding en na het behalen van hun beroepstitel als huisarts of specialist mogen ze terugbetaalbare medische prestaties verrichten. Ze beschikken daartoe over welbepaalde Riziv-nummers. Deze bij wet beschermde bijzondere beroepstitels staan garant voor patiëntveiligheid en een kwaliteitsvolle geneeskunde. Wie hier niet voor kiest, kan buiten de curatieve gezondheidszorg aan de slag, bijvoorbeeld in de industrie of als arbeids- of verzekeringsarts.
Het KB van 23 augustus 2014 door voormalig federaal minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx, zet deze duidelijke opsplitsing op de helling. Vanaf 1 november 2014 kan immers elke pas afgestudeerde (basis)arts bepaalde terugbetaalbare prestaties verrichten.
De dubbele cohorte artsen die afstudeert in 2018, zet het dossier op scherp. De studenten die in het academiejaar 2011-2012 een zevenjarige opleiding gestart zijn, zullen gelijktijdig hun diploma behalen met diegenen die in 2012-2013 de nieuwe zesjarige opleiding hebben aangevat.
Jaarlijks bepaalt de planningscommissie medisch aanbod het maximaal aantal artsen dat in ons land toegang krijgt tot de bijkomende beroepsopleidingen. Zolang dit vastgelegde contingent ongewijzigd blijft, wordt tegen het einde van het academiejaar 2018 het aantal artsen dat in België niet kan beginnen met een beroepsopleiding, geschat op 2.700, van wie 2.200 afgestudeerden aan de Franstalige en 500 aan de Nederlandstalige faculteiten. Dit grote aantal afgestudeerde (basis)artsen zonder bijkomende beroepsopleiding behoudt door dit nieuwe KB van 23 augustus 2014 het recht tot het voorschrijven van geneesmiddelen, onderzoeken en behandelingen en het verrichten van raadplegingen en de bij wet bepaalde medische verstrekkingen.
Indien deze situatie bestendigd wordt, dreigt er een reëel gevaar voor de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de medische verzorging in België in de komende jaren. Er ontstaan twee soorten artsen zonder dat het verschil tussen (basis)arts en erkende huisarts duidelijk zal zijn voor de bevolking. De medische prestaties zijn beperkt, de honoraria voor raadpleging liggen lager in vergelijking met deze voor een erkende huisarts. Bijgevolg ontstaat het gevaar voor medische overconsumptie en uitoefening van alternatieve (niet bewezen) geneeskundige praktijken door deze basisartsen.
De KAG goot acht aanbevelingen in een advies aan de bevoegde beleidsmakers. Zij pleit onder meer voor de opschorting van het bewuste KB Onkelinx en wil komen tot een ondubbelzinnige regelgeving, die garant staat voor een kwaliteitsvolle beroepsuitoefening en -opleiding en die aanvaardbaar is voor alle categorieën van artsen in België.