Vandaag werd de budgetverhoging voor gezondheid gepubliceerd in Het Staatsblad. Met de eenmalige verhoging van 207.000 euro kunnen zorgverleners hun index gedeeltelijk vervroegd op hun rekening krijgen (2%) met terugwerkende kracht vanaf 1 juni, maar de overheid houdt een slag om de arm.
De 'Wet houdende budgettaire bepalingen inzake gezondheid' van 23 juni verscheen vandaat in Het Staatsblad. Hij legt voor 2022 de toekenning vast van een 'eenmalige uitzonderlijke som' van 207.000 euro. Die dient voor de bijkomende indexering van 2% voor zorgverleners. 112.000 euro gaat naar de artsen.
Wel zou de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging nog roet in het eten kunnen gooien. Het is aan die Algemene Raad om te checken of het gezondheidszorgbudget 2022 niet wordt onderbenut. Is dat wel het geval, dan kan de raad de eenmalig toegekende extra som geheel of gedeeltelijk afwijzen. Die Raad zou ook een afwijking kunnen toestaan op de lineaire toekenning van de indexering.
Voorafname
Voor de duidelijkheid: de extra tussentijdse indexering van 2% betreft enkel een voorafname op de indexmassa voor 2023 die wordt overgeheveld naar het budget van 2022. De 2% indexering wordt in principe lineair toegepast.
Het gevolg is wel dat artsen in 2023 een lager indexcijfer zullen ontvangen. Als de gezondheidsindex voor 2023 op 8% wordt vastgeklikt, volgt er begin 2023 nog een indexering met 6%, die selectief toegekend zal worden, heet het.