De wet patiëntenrechten had het vooral over de rechten van de patiënt, niet over de plichten.
Daar wil het 'charter over goed patiëntschap' verandering in brengen. De Koninklijke Academie voor Geneeskunde (KAGB) stelde het op 26 september voor.
Geen rechten zonder verantwoordelijkheden, is het devies. In de huidige regelgeving is de wettelijke medewerkingsplicht van de patiënt ten opzichte van de zorgverlener een te vaag en te beperkt concept.
Het charter onderscheidt zeven verantwoordelijkheden van wilsbekwame patiënten ten aanzien van zorgverleners. Vier daarvan kunnen worden beschouwd als fatsoensverantwoordelijkheden, die de patiënt als burger van de samenleving dient na te leven.
Het gaat om:
- de verantwoordelijkheid om de rechten van de zorgverlener en andere patiënten te respecteren, zoals het recht op fysieke en psychische integriteit en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
- de verantwoordelijkheid om het reglement van de verzorgingsinstelling na te leven;
- de verantwoordelijkheid om op de afspraak met de zorgverlener op te dagen of tijdig te verwittigen verhinderd te zijn;
- de verantwoordelijkheid om de zorgverlener een (correct) honorarium te betalen voor zijn prestaties.
De overige drie behoren tot het niveau van de bijzondere verantwoordelijkheden als patiënt.
- de verantwoordelijkheid om de zorgverlener zo volledig en correct mogelijk in te lichten over zijn gezondheidstoestand;
- de verantwoordelijkheid om wettelijk verplichte behandelingen te ondergaan (bv. poliovaccinatie);
- de verantwoordelijkheid om adviezen en instructies na te leven na zorgvuldige informatie door de zorgverlener.
De patiënt die niet handelt zoals van een zorgvuldige patiënt kan worden verwacht, kan daardoor een eigen fout begaan die de zorgkwaliteit aantast. Centraal bij het motief tot het opstellen van dit charter, is dat het naleven van deze verantwoordelijkheden de zorgverlener-patiëntrelatie, de behandeling en dus de patiënt ten goede komt.