Jonas Brouwers, voorzitter van de assistentenvereniging Vaso en lid van de Planningscommissie, mocht op Medische Wereld de problematiek van het artsentekort aansnijden. Pedro Facon hamerde daarbij op de invulling van het begrip 'werktijd', vicepremier Petra De Sutter (Groen) wou weleens bekijken of enige financiële aanmoediging om de gaten op te vullen mogelijk was. Professor Marc Noppen probeerde haar te inspireren met het wortelprincipe dat Brigitte Grouwels (CD&V) destijds huldigde.
“Een algemeen artsentekort los je niet op met een ongelimiteerde instroom, maar met focus op disciplines met tekorten en de incentivering daarin”, is zijn standpunt. Maar vooral drong hij erop aan de bekende recepten nu eindelijk eens uit te voeren.
Hij doorspekte zijn betoog met interessante cijfers. Het kadaster gezondheidsberoepen, bijgehouden door onze overheid, meldt dat we vandaag 60.000 artsen tellen in België. Daarbij zijn er 17.000 huisartsen, 31.000 specialisten, 2.000 huisartsen in opleiding en 6.500 specialisten in opleiding. Ondanks deze grote getallen ontstaan er tekorten op het terrein. Hoe kan dat? “Moeten we deze problematiek dan niet wat genuanceerder bekijken? Volgens Oesocijfers liggen onze Belgische cijfers voor verpleegkundigen relatief boven het gemiddelde, voor de artsen iets eronder. Voor huisartsen doen we het op Oesoniveau niet zo slecht. Hoe zijn dan deze problemen mogelijk in België? Wat is het effect van de opleiding? Hoe komt men tot een disciplinekeuze?”
“Ons contingenteringssysteem wordt sterk gecontesteerd omdat het de toegang bemoeilijkt tot de opleiding”, stelde dokter Brouwers vast. “Ik zal sommigen misschien verrassen, maar ik zal de eerste zijn om het quotasysteem te verdedigen: zo kunnen we de kwaliteit verzekeren. Bovendien vermijden we zo dat we een overrompeling krijgen van kandidaat-artsen in de Belgische geneeskunde-aula’s die nu al te klein zijn.”
Concentratie op uitstroom
Hij hield vervolgens een pleidooi om ons te richten op de uitstroom, verwijzend naar nog ongepubliceerde resultaten van een recente Vaso-enquête in januari 2023. Vinden die respondenten werk als ze afgestudeerd zijn?” In 11 artsendisciplines op de 31 in ons land geeft minstens een kwart van de assistenten aan dat ze een extra jaar fellowship moeten inplannen net omdat ze nog niet aan de bak kunnen. De top vijf van die disciplines verbaast niet: algemene heelkunde, anesthesie, radiotherapie, urologie, stomatologie.
Anderzijds vind je heel makkelijk werk in de huisartsgeneeskunde, kinderpsychiatrie, dermatologie, oftalmologie… Conclusie: mensen moeten we vooral in de juiste disciplines opleiden. “Ik ben dan ook blij dat men openstaat voor een bijwerking van ons planningsmodel. Het is aartsmoeilijk om dat aan te passen. Voor mij alvast is nog meer artsen opleiden niet de oplossing. Kijk naar onze Franstalige collega’s die er jarenlang meer opleidden dan de quota toelieten: ook zij kampen met dezelfde problemen.
Explosieve situatie
Jonas Brouwers kreeg tegenwind van CEO van het UZ Brussel, dokter Marc Noppen.
“Nu al beslissen we hoeveel neurochirurgen er op de markt moeten komen over 12 jaar. Ik vind dat persoonlijk onmogelijk. Wat de aangehaalde cijfers betreft: er zijn officieel 60.000 artsen, maar hooguit 45.000 zijn echt actief. Voor praktijkvoerende artsen scoort België bijzonder slecht. We stevenen niet alleen af op een voorspelbaar tekort, de situatie in de Brusselse rand is explosief. Geen enkele huisarts neemt nog nieuwe patiënten aan in dat gebied. We moeten inderdaad denken op lange termijn maar intussen kennen we een discriminatie van Vlaamse studenten die we opsluiten in quota terwijl onze achterdeur wagenwijd openstaat voor buitenlandse studenten. Die kunnen zomaar instromen zonder taal- of toelatingsproef.”
“Anderzijds is de huidige arbeidsregelgeving voor ASO’s zeker een stuk beter dan in onze tijd. Hier en daar kan het nog beter, maar gemiddeld is de werkdruk nu aanvaardbaar. Wel stel ik vast dat een kwart van de ASO’s worstelt met een sterke psychologische druk. We werken aan dat punt met de Vlaamse universiteiten. Deze mensen moeten we aan boord houden.”
Werktijd
Pedro Facon (Riziv) vond dan weer dat de huidige quota en plannen rekening houden met een groeiende zorgvraag. “Het systeem is verbeterbaar, maar moet blijven bestaan. En als je dan als steun bijvoorbeeld nieuwe beroepen als mondhygiënisten invoert, moet je hun taken niet uithollen, net zomin als dat soms gebeurt met de optometristen. Daar kan de Inzet van artsen en zorgverleners dus beter gekanaliseerd worden.”
Tot slot vestigde hij eens te meer de aandacht op het begrip ‘werktijd voor artsen en zorgverleners’. “We hebben onderschat hoe sterk dat evolueert. Zoiets vergt een contract. Wat mogen we eigenlijk verwachten van het aantal patiënten dat artsen moeten behandelen? Vorige week noteerde ik uit de mond van een topdokter-orthopedisch chirurg dat hij 50 patiënten per dag aankon. Dat verbaasde me zeer als ik zie hoe jongere artsen tegen werktijd aankijken.”
> "Stop ermee om artsen te framen als 'mensen met supplementen'
Laatste reacties
Pascal Selleslagh
25 april 2023@ dr. Vansteenkiste: ik begrijp uw reactie want quota worden in eerste instantie inderdaad geassocieerd met kwantiteit. Op het congres werd wel degelijk de link gelegd met kwaliteit. Ik veronderstel dat Jonas Brouwers uitging van de huidige selectieformule, verbonden aan een vergelijkend examen dat garant moet staan voor meer kwaliteit bij artsen in opleiding. Maar u kunt het hem uiteraard altijd zelf vragen ;-)
Frank Comhaire
24 april 2023een belangrijk aspect is zeker dat meer vrouwen dan mannen afstuderen. Voor vrouwelijke artsen is het "evenwicht" tussen werk en "eigen leven" nog belangrijker. Wat betekent dat iedere (huis)arts die stopt moet worden vervangen door (minstens) 1.2 nieuwe artsen. Wat ook betekent dat de gemeenschap 20% meer uitgaven moet doen om "voldoende" artsen op te leiden, en even goede medische zorgen te kunnen ontvangen.
Patrick VANSTEENKISTE
24 april 2023ik denk dat er een "typ"fout in het artikel geslopen is :"i k zal sommigen misschien verrassen, maar ik zal de eerste zijn om het quotasysteem te verdedigen: zo kunnen we de kwaliteit verzekeren." Pardon, moet dat niet quantiteit zijn ? dat is het enige dat verzekerd wordt door de quota !