Een nieuw en fel bekritiseerd wetsontwerp over de procedure tot vaststelling van (tand)artsenquota laat de door het Rekenhof vastgestelde verdeelsleutel los. Volgens de nieuwe procedure zullen toekomstige quota worden vastgesteld door de gemeenschap na advies van de Planningscommissie.
Dinsdag werd in de Kamer een nieuw wetsontwerp van minister van Volksgezondheid Vandenbroucke besproken. Ter herinnering: de tekst verwijst naar "het belang van een optimale planning van het medisch aanbod, die moet garanderen dat kwaliteitszorg kan worden verstrekt door gekwalificeerde gezondheidswerkers waarvan het aantal is afgestemd op de behoeften van de bevolking".
In het licht van deze doelstelling is een akkoord bereikt waarbij de Franse Gemeenschap het toelatingsexamen (numerus clausus) voor medische en tandheelkundige studies vanaf het academiejaar 2023-2024 omzet in een vergelijkend examen (numerus fixus). Deze wijziging moet ervoor zorgen dat het aantal tot de basisopleiding toegelaten studenten overeenkomt met de federale toegangsquota tot specifieke beroepstitels vanaf 2029 voor artsen (en vanaf 2028 voor tandartsen).
De procedure voor de verdeling van de door de planningscommissie aanbevolen quota van het Koninkrijk tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap op basis van de door het Rekenhof vastgestelde verdeelsleutel, wordt ingetrokken. Op basis van de beschikbare gegevens beveelt de Planningscommissie nu de quota per Gemeenschap aan.
Kritiek Vaso
Jonas Brouwers, Vasovoorzitter (Vlaamse vereniging van assistent-specialisten in opleiding), blijft via Twitter (zie onderaan) zeer kritisch voor deze tekst.
"Dit wetsvoorstel maakt deel uit van een globaal akkoord dat de minister met de Franse gemeenschap afsloot. De Vlaamse gemeenschap was het daar niet mee eens. Als een gemeenschap in de toekomst besluit zich niet aan de quota te houden, kan de federale regering zich daar niet tegen verzetten. Politieke besluitvorming mag niet worden overgelaten aan wetenschappelijke instanties."
Dr. Brouwers bedoelt meer bepaald de federale Planningscommissie waar 3 adjuncten van de minister zetelen die kunnen stemmen over het advies dat deze planningscommissie uitbrengt".
De Franstalige tegenhanger van Vaso, la Délégation, geeft daarop geen commentaar.
Ook het Vlaams Artsenverbond (VAV) verzette zich al tegen het initiatief van de minister.