Er is de voorbije weken heel wat te doen geweest rond de diverse quota in de gezondheidszorg, zowel voor specialisten als huisartsen. Het aantreden van de nieuwe Vlaamse ministers zorgde voor talrijke verklaringen over het toekomstig aantal artsen en de verdeling hiervan.
Uiteraard zijn deze stellingnames vanwege de nieuwe Vlaamse excellenties slechts een voorzet met de bedoeling om het toekomstige debat rond de quotaverdeling aan te wakkeren. Wat deze algemene quota betreft alsook het politiek getouwtrek aan de beide kanten van de taalgrens, daar wil ik mij niet verder over uitlaten omdat ik ook absoluut niet bevoegd ben in deze materie.
Ongeveer op hetzelfde tijdstip als hoger genoemde berichtgeving verscheen ook het rapport van het PlanKad Artsen 2004-2016, opgesteld door de cel planning van het aanbod gezondheidsberoepen van de FOD Volksgezondheid. En deze resultaten raken me wel, niet enkel als voorzitter van de Vlaamse Erkenningscommissie Gynaecologie-Verloskunde maar ook voor de impact op al mijn collegae gynaecologen.
Op basis van de PlanKad resultaten schuiven de leden van de Werkgroep Artsen een lijst van ‘gevoelige specialismen’ naar voor. Deze gevoelige specialismen verdienen bijzondere aandacht, met name bij de verdere planning van de instroom en de vastlegging van de subquota, een aparte bevoegdheid nu van zowel de Vlaamse als de Franse Gemeenschap.
Voor wie aan het roer staat van ons snel groeiend specialisme, zowel leden van de erkenningscommissie als bestuursleden van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, wordt een dreigend overaanbod van gynaecologen voor de toekomst nu zwart op wit bevestigd door de analyses van dit PlanKad.
Omdat we de bui reeds voelden hangen, organiseerden we vorig jaar een bevraging onder alle diensten gynaecologie-verloskunde van het Vlaamse land alsook onder alle (niet)universitaire opleidingscentra. De uiterst verrassende studieresultaten van de onderzoekers De Vos/Vergauwen werden in De Specialist kenbaar gemaakt op 5 mei 2018. Alle diensten gynaecologie van Vlaanderen en alle opleidingscentra werkten 100% mee om inzicht te krijgen in de huidige toestand en de prognose over de volgende 5 jaar.
Uit de studieresultaten bleek dat het aantal vacatures in Vlaanderen voor alle diensten gynaecologie over de komende 5 jaar -tot en met 2023- 91 bedroeg. Op dat moment waren er 187 assistenten gynaecologie in opleiding. Zelfs als we rekening houden met een onderrapportering van 20 of zelfs 30% (wat veel is voor het aantal toekomstige plaatsen) blijken onze resultaten volledig conform met de PlanKad analyse met een duidelijk “geobserveerd overschot” voor slechts 2 specialismen: neurochirurgie en gynaecologie-verloskunde.
De resultaten van PlanKad waren berekeningen tot eind 2016, maar met quasi zekerheid zal de jaren nadien, met name 2017 tot op heden, zeker dezelfde trend aanhouden of zal de situatie verslechteren.
Zeggen dat het vijf voor twaalf is, is absoluut niet overdreven. De non-believers alluderen dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen en dat zowel de feminisatiegraad, de ontwikkeling van de subspecialisatie, de verminderde werkduur en activiteit van de toekomstige collegae, factoren zijn die dit dreigende overaanbod zullen neutraliseren. Toch blijft het onze morele plicht om erover te waken dat dit geobserveerde overschot door de FOD, wordt weggewerkt om een dreigende werkloosheid en onaanvaardbare daling van de medische prestaties per arts voor ons specialisme af te wenden.