Vandenbroucke wil snellere uitrol conventie mentale zorg

Minister Vandenbroucke zette voor de Hoge Gezondheidsraad enkele puntjes op de i voor de aanpak van mentale problemen: meer steun voor de onderste trap van de hulpverleningspiramide – niet noodzakelijk meer sessies – en meer rechtstreekse toegang buiten de huisarts om. Pas in tweede instantie moet men snel schakelen naar de specialist.

Onze mentale gezondheidszorg spitst zich bij getrapte zorg te veel toe op de hoogste trap van de zorgpiramide, de specialistische. “Weliswaar moeten we ook daar investeren: 35 miljoen wil ik voorzien voor kinder- en jeugdpsychiatrie, 15 miljoen voor high intensieve zorg. Maar: de onderkant van de piramide is het belangrijkst”, luidde het.

“We moeten grondig hervormen om twee redenen: ten eerste om de uitsteltijd te verminderen tussen de vaststelling van de zorgnood en de behandeling. Ten tweede om meer mensen te bereiken die de weg naar de zorg niet vinden (unmet needs).”

Pas in tweede instantie snel naar specialist

Het komt er dus op aan om geïntegreerde zorg op maat te verlenen zonder te veel tijdverlies in eerste instantie. Om eventueel daarna door te schakelen naar gespecialiseerde zorg. De minister verwees daarbij ook naar de recent afgesloten conventie in september vorig jaar die de klemtoon legde op populatiemanagement.

Wat die bevolking betreft: het merendeel kan zich nu rechtstreeks wenden tot klinisch psychologen, orthopedagogen, ocmw’s, kind en gezin, jongerenadviescentra, CLB’s…naast huisartsen. Mensen moeten dus niet enkel op voorschrift van de huisartsen aan mentale zorg geraken.

“Doordat het voorschrift wegvalt, wordt het klassiek model versoepeld. Dat klassieke model werkt minder goed voor armere of moeilijk bereikbare  mensen. Zij hebben nood aan ander model”, aldus Vandenbroucke. “Je moet naar de mensen toe en de zorg vermaatschappelijken”, verwees hij naar klassieke terminologie. Zelf sprak hij van ‘vindplaatsen ontwikkelen’ waar je naartoe kunt met zorgproblemen en zo de echte omslag maken van curatief naar preventief. Die vindplaatsen ontwikkelen vergt evenwel ook voldoende beschikbaarheid wat niet altijd evident is, gaf de minister toe. “Dit is een omwenteling, maar zonder die omwenteling geraken we er niet.”

De conventie van september – met voor 152 miljoen vrijgemaakte middelen - draagt alleszins in zich:  korte trajecten, empowerment, veerkracht. “Tegelijk moeten we snel schakelen indien nodig naar gespecialiseerde zorg.” Een beperkt experiment met studenten tijdens de pandemie wees alvast uit dat door een efficiënte aanpak (groepssessies) slechts 5-13% achteraf nog nood had aan meer hulp. Een experiment dat wel nog wetenschappelijke bevestiging vraagt.

Ongeduldige minister

De uitrol van de conventie mentale zorg startte vanaf september 2021, maar eerder al liet de minister zijn ongeduld blijken over de snelheid waarmee dat gebeurt: “Budget is hier niet het probleem, het geld is er maar we gebruiken het nog niet vlug genoeg. Sneller uitrollen is de boodschap. In alle netwerken”. Vanuit de huisartsen hoorde de minister dat een en ander nog onduidelijk is en dat ze zullen geholpen worden door de klinisch psychologen en orthopedagogen. Vandenbroucke zag goede wil in de netwerken, maar waarschuwde dat de uitrolkalender tegen oktober van dit jaar op 100% moet zitten. “Anders heb ik een probleem ook in de regering om dat geld te verantwoorden.” Dan moet ook die samenwerking met de huisartspraktijken duidelijk zijn, waarbij we zullen leren al doende: de huisarts niet alleen als  doorverwijzers, maar ook en vooral als samenwerker rond de patiënt, multidisciplinair.

Terug naar werk

Naast dit stuk over mentale gezondheidszorg zoomde de minister ook nog even in naar het terug-naar-werkproject dat vaak gelinkt is met mentale problemen. Er zijn nu 70 terug-naar-werkcoördinatoren geïnstalleerd bij de ziekenfondsen, met een specifieke taak. Maar afsluitend liet hij ook weten dat hij onderzoekt “of we specifiek werktraject op poten kunnen zetten specifiek voor mensen met stressgerelateerde mentale problemen, in de eerste lijn. Een zeer groot deel van de uitvallen op het werk betreft immers mensen met problemen mentale gezondheid.

De paradigamawissel die nodig is, is gelijkaardig voor de langdurige afwezigheden op het werk en mentale problemen: pakt dit preventief, multidisciplinair en outreachend aan. Eigenlijk is deze paradigmawissel wereldwijd nodig in onze zorg, besloot de minister.

> Vandenbroucke investeert 51 miljoen extra

> 32 netwerken eerste lijn zetten ggz beter op de kaart

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.