Het advies van de Raad van State in verband met de kwaliteitswet werd over de hele lijn gevolgd door minister Vandenbroucke, met uitzondering van de aflevering van vaccins tegen het SARS-CoV-2 virus. Deze versoepelingen vereenvoudigen de verdeling van de vermelde vaccins, via de officina-apotheken dan wel de ziekenhuisapothekers, en verzekeren, indien nodig, de verdere bruikbaarheid van de vaccinatiecentra, luidt het.
Het advies van de Raad van State (nr. 70.948/3) dat binnenliep op 4 maart jongstleden, hield heel wat opmerkingen in op de kwaliteitswet. Die opmerkingen werden volledig gevolgd met uitzondering van de mogelijkheid om vaccins tegen SARS-CoV-2 af te leveren op basis van een schriftelijk verzoek voor een groep patiënten (zowel voor de officina-apotheker als voor de ziekenhuisapotheker).
Daarbij wordt afgeweken van de vereiste dat de naam, voornaam en geboortedatum van de patiënten dienen te worden vermeld bij het voorschrift voor menselijk gebruik. De Raad van State meent dat dat strijdig is met artikel 27 uit de kwaliteitswet van 22 april 2019. Die wet legt de minimumvoorwaarden vast waaraan een voorschrift dient te voldoen.
Minister Vandenbroucke zal de Raad van State hierin niet volgen: volgens hem kunnen die voorwaarden niet onverkort worden opgelegd voor het groepsvoorschrift of het schriftelijk verzoek. Hij bereidt een wetsontwerp voor om dat recht te zetten, wordt gemeld in Het Staatsblad.
Eerder al hadden de apothekers laten weten dat voor vaccinatie bij hen tegen SARS-CoV-2 enkele juridische hindernissen moesten worden opgeruimd.